Niederländisch
Detailübersetzungen für malligheid uithalen (Niederländisch) ins Deutsch
malligheid uithalen:
malligheid uithalen Verb (haal malligheid uit, haalt malligheid uit, haalde malligheid uit, haalden malligheid uit, malligheid uitgehaald)
-
malligheid uithalen (een poets bakken; dollen; streek uithalen; gekscheren; schertsen; grappen; gekheid uithalen)
spaßen; scherzen; herumtollen-
herumtollen Verb (tolle herum, tollst herum, tollt herum, tollte herum, tolltet herum, herumgetollt)
Konjugationen für malligheid uithalen:
o.t.t.
- haal malligheid uit
- haalt malligheid uit
- haalt malligheid uit
- halen malligheid uit
- halen malligheid uit
- halen malligheid uit
o.v.t.
- haalde malligheid uit
- haalde malligheid uit
- haalde malligheid uit
- haalden malligheid uit
- haalden malligheid uit
- haalden malligheid uit
v.t.t.
- heb malligheid uitgehaald
- hebt malligheid uitgehaald
- heeft malligheid uitgehaald
- hebben malligheid uitgehaald
- hebben malligheid uitgehaald
- hebben malligheid uitgehaald
v.v.t.
- had malligheid uitgehaald
- had malligheid uitgehaald
- had malligheid uitgehaald
- hadden malligheid uitgehaald
- hadden malligheid uitgehaald
- hadden malligheid uitgehaald
o.t.t.t.
- zal malligheid uithalen
- zult malligheid uithalen
- zal malligheid uithalen
- zullen malligheid uithalen
- zullen malligheid uithalen
- zullen malligheid uithalen
o.v.t.t.
- zou malligheid uithalen
- zou malligheid uithalen
- zou malligheid uithalen
- zouden malligheid uithalen
- zouden malligheid uithalen
- zouden malligheid uithalen
diversen
- haal malligheid uit!
- haalt malligheid uit!
- malligheid uitgehaald
- malligheid uithalend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für malligheid uithalen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
herumtollen | dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen | dollen; ravotten; robbedoezen; ronddartelen; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven |
scherzen | dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen | badineren; dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven |
spaßen | dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen | gekheid maken; grappen maken |