Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. liggen naast:


Niederländisch

Detailübersetzungen für liggen naast (Niederländisch) ins Deutsch

liggen naast:

liggen naast Verb (lig naast, ligt naast, lag naast, lagen naast, naast gelegen)

  1. liggen naast

Konjugationen für liggen naast:

o.t.t.
  1. lig naast
  2. ligt naast
  3. ligt naast
  4. liggen naast
  5. liggen naast
  6. liggen naast
o.v.t.
  1. lag naast
  2. lag naast
  3. lag naast
  4. lagen naast
  5. lagen naast
  6. lagen naast
v.t.t.
  1. heb naast gelegen
  2. hebt naast gelegen
  3. heeft naast gelegen
  4. hebben naast gelegen
  5. hebben naast gelegen
  6. hebben naast gelegen
v.v.t.
  1. had naast gelegen
  2. had naast gelegen
  3. had naast gelegen
  4. hadden naast gelegen
  5. hadden naast gelegen
  6. hadden naast gelegen
o.t.t.t.
  1. zal liggen naast
  2. zult liggen naast
  3. zal liggen naast
  4. zullen liggen naast
  5. zullen liggen naast
  6. zullen liggen naast
o.v.t.t.
  1. zou liggen naast
  2. zou liggen naast
  3. zou liggen naast
  4. zouden liggen naast
  5. zouden liggen naast
  6. zouden liggen naast
en verder
  1. ben gelegen naast
  2. bent gelegen naast
  3. is gelegen naast
  4. zijn gelegen naast
  5. zijn gelegen naast
  6. zijn gelegen naast
diversen
  1. lig naast!
  2. ligt naast!
  3. naast gelegen
  4. naast liggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für liggen naast:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
liegen neben liggen naast

Verwandte Übersetzungen für liggen naast