Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- legitimeren:
-
Wiktionary:
- legitimeren → legitimieren
Niederländisch
Detailübersetzungen für legitimeren (Niederländisch) ins Deutsch
legitimeren:
-
legitimeren
legitimieren; ausweisen-
legitimieren Verb (legitimiere, legitimierst, legitimiert, legitimierte, legitimiertet, legitimiert)
-
Konjugationen für legitimeren:
o.t.t.
- legitimeer
- legitimeert
- legitimeert
- legitimeren
- legitimeren
- legitimeren
o.v.t.
- legitimeerde
- legitimeerde
- legitimeerde
- legitimeerden
- legitimeerden
- legitimeerden
v.t.t.
- heb gelegitimeerd
- hebt gelegitimeerd
- heeft gelegitimeerd
- hebben gelegitimeerd
- hebben gelegitimeerd
- hebben gelegitimeerd
v.v.t.
- had gelegitimeerd
- had gelegitimeerd
- had gelegitimeerd
- hadden gelegitimeerd
- hadden gelegitimeerd
- hadden gelegitimeerd
o.t.t.t.
- zal legitimeren
- zult legitimeren
- zal legitimeren
- zullen legitimeren
- zullen legitimeren
- zullen legitimeren
o.v.t.t.
- zou legitimeren
- zou legitimeren
- zou legitimeren
- zouden legitimeren
- zouden legitimeren
- zouden legitimeren
en verder
- ben gelegitimeerd
- bent gelegitimeerd
- is gelegitimeerd
- zijn gelegitimeerd
- zijn gelegitimeerd
- zijn gelegitimeerd
diversen
- legitimeer!
- legitimeert!
- gelegitimeerd
- legitimerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für legitimeren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ausweisen | legitimeren | deporteren; uitwijzen; uitzetten |
legitimieren | legitimeren | identificeren; identiteit vaststellen |
Wiktionary Übersetzungen für legitimeren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• legitimeren | → legitimieren | ↔ legitimize — to make legitimate |