Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. laten uitvallen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für laten uitvallen (Niederländisch) ins Deutsch

laten uitvallen:

laten uitvallen Verb (laat uitvallen, liet uitvallen, lieten uitvallen, laten uitvallen)

  1. laten uitvallen
    ausfallen lassen; aussetzen

Konjugationen für laten uitvallen:

o.t.t.
  1. laat uitvallen
  2. laat uitvallen
  3. laat uitvallen
  4. laten uitvallen
  5. laten uitvallen
  6. laten uitvallen
o.v.t.
  1. liet uitvallen
  2. liet uitvallen
  3. liet uitvallen
  4. lieten uitvallen
  5. lieten uitvallen
  6. lieten uitvallen
v.t.t.
  1. heb laten uitvallen
  2. hebt laten uitvallen
  3. heeft laten uitvallen
  4. hebben laten uitvallen
  5. hebben laten uitvallen
  6. hebben laten uitvallen
v.v.t.
  1. had laten uitvallen
  2. had laten uitvallen
  3. had laten uitvallen
  4. hadden laten uitvallen
  5. hadden laten uitvallen
  6. hadden laten uitvallen
o.t.t.t.
  1. zal laten uitvallen
  2. zult laten uitvallen
  3. zal laten uitvallen
  4. zullen laten uitvallen
  5. zullen laten uitvallen
  6. zullen laten uitvallen
o.v.t.t.
  1. zou laten uitvallen
  2. zou laten uitvallen
  3. zou laten uitvallen
  4. zouden laten uitvallen
  5. zouden laten uitvallen
  6. zouden laten uitvallen
diversen
  1. laat uitvallen!
  2. laat uitvallen!
  3. laten uitvallen
  4. uitvallen latend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für laten uitvallen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ausfallen lassen laten uitvallen
aussetzen laten uitvallen aanmerken; afwegen; beschouwen; blijven steken; buiten zetten; haperen; overdenken; overslaan; overwegen; stokken; vastlopen

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für laten uitvallen