Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ausschalten
|
afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen
|
afbreken; afzetten; doven; ruineren; slopen; smoren; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitdraaien; uitmaken; uitschakelen; uitzetten; vernielen; vernietigen; verwoesten
|
erledigen
|
afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen
|
afbreken; afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; completeren; doden; doen; doodmaken; doodschieten; doodslaan; doodvonnis uitvoeren; een einde maken aan; executeren; fiksen; handelen; klaarkrijgen; klaarmaken; klaarspelen; liquideren; om het leven brengen; ombrengen; ruineren; slopen; uitgommen; uitrichten; uitvegen; uitvlakken; uitvoeren; uitwissen; van kant maken; vermoorden; vernielen; vernietigen; verrichten; verwoesten; vlakken; volbrengen; volmaken; voltooien; voor elkaar krijgen; wegvegen; wissen
|
liquidieren
|
afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen
|
afbetalen; afbreken; afrekenen; liquideren; ruineren; slopen; uitroeien; vereffenen; vernielen; vernietigen; verrekenen; verwoesten
|
töten
|
afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen
|
afmaken; doden; doodmaken; doodslaan; liquideren; ombrengen; van kant maken; vermoorden
|
vernichten
|
afmaken; koudmaken; liquideren; uit de weg ruimen
|
afbreken; ruineren; slopen; vernielen; vernietigen; verwoesten
|