Niederländisch
Detailübersetzungen für koorddansen (Niederländisch) ins Deutsch
koorddansen:
-
koorddansen
Konjugationen für koorddansen:
o.t.t.
- koorddans
- koorddanst
- koorddanst
- koorddansen
- koorddansen
- koorddansen
o.v.t.
- koorddanste
- koorddanste
- koorddanste
- koorddansten
- koorddansten
- koorddansten
v.t.t.
- heb gekoorddanst
- hebt gekoorddanst
- heeft gekoorddanst
- hebben gekoorddanst
- hebben gekoorddanst
- hebben gekoorddanst
v.v.t.
- had gekoorddanst
- had gekoorddanst
- had gekoorddanst
- hadden gekoorddanst
- hadden gekoorddanst
- hadden gekoorddanst
o.t.t.t.
- zal koorddansen
- zult koorddansen
- zal koorddansen
- zullen koorddansen
- zullen koorddansen
- zullen koorddansen
o.v.t.t.
- zou koorddansen
- zou koorddansen
- zou koorddansen
- zouden koorddansen
- zouden koorddansen
- zouden koorddansen
diversen
- koorddans!
- koorddanst!
- gekoorddanst
- koorddansend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für koorddansen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
seiltanzen | koorddansen |
Computerübersetzung von Drittern: