Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. kladders:
  2. kladder:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kladders (Niederländisch) ins Deutsch

kladders:

kladders [znw.] Nomen

  1. kladders (broddelaars; knoeiers; klieders)
    der Schmierer; der Sudler
  2. kladders (vloeiblokken)
    die Notizblöcke

Übersetzung Matrix für kladders:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Notizblöcke kladders; vloeiblokken blocnotes; schrijfblokjes; schrijfblokken
Schmierer broddelaars; kladders; klieders; knoeiers broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier; knoeiers; knoeipot; knoeipotten; koekenbakker; koekhakker; morser; morsers
Sudler broddelaars; kladders; klieders; knoeiers beunhaas; broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier; knoeipot; koekenbakker; morser

Verwandte Wörter für "kladders":


kladder:

kladder [znw.] Nomen

  1. kladder (kladderaar; broddelaar; knoeier; klieder)
    der Schmierer; der Sudler

Übersetzung Matrix für kladder:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Schmierer broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier broddelaars; kladders; klieders; knoeier; knoeiers; knoeipot; knoeipotten; koekenbakker; koekhakker; morser; morsers
Sudler broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier beunhaas; broddelaars; kladders; klieders; knoeiers; knoeipot; koekenbakker; morser

Verwandte Wörter für "kladder":