Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze ken

übersetze ken von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

kennen:
- kennen
Wiktionary:
- kennen → kennen
- kennen → kennen, Kenntnis, Wissen, Wissenschaft, Bewußtsein, Begriff, Bekannter

Niederländisch

Detailübersetzungen für ken (Niederländisch) ins Deutsch

kennen:

kennen Verb (ken, kent, kende, kenden, gekend)

kennen
kennen
- kennen Verb (kenne, kennst, kennt, kennte, kenntet, gekannt)

Konjugationen für kennen:

o.t.t.

ken
kent
kent
kennen
kennen
kennen

o.v.t.

kende
kende
kende
kenden
kenden
kenden

v.t.t.

heb gekend
hebt gekend
heeft gekend
hebben gekend
hebben gekend
hebben gekend

v.v.t.

had gekend
had gekend
had gekend
hadden gekend
hadden gekend
hadden gekend

o.t.t.t.

zal kennen
zult kennen
zal kennen
zullen kennen
zullen kennen
zullen kennen

o.v.t.t.

zou kennen
zou kennen
zou kennen
zouden kennen
zouden kennen
zouden kennen

en verder

is gekend

diversen

ken!
kent!
gekend
kennend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kennen:

Verb	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
kennen	kennen	op de hoogte zijn; weten
-	weten

Synonyms for "kennen":

weten

Verwandte Definitionen für "kennen":

weten omdat je het geleerd hebt¹
- ik ken alle steden van Nederland uit mijn hoofd¹
ervan op de hoogte zijn¹
- ik ken de burgemeester persoonlijk¹

Wiktionary Übersetzungen für kennen:

kennen

verb

bekend, vertrouwd zijn met
- kennen → kennen
door studie of oefening geleerd hebben
- kennen → kennen

Cross Translation:

From	To	Via
• kennen	→ kennen	↔ know — be acquainted or familiar with
• kennen	→ Kenntnis; Wissen; Wissenschaft; Bewußtsein; Begriff; Bekannter	↔ connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître

¹Muiswerk Woordenboek