"intrigant" übersetzt von Niederländische ins Deutsch--Interglot

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

intrigant:
- Verschwörer; Intrigant; Provokateur; Hetzer; Rebell; Unruhestifter; Aufwiegler; Aufhetzer; Aufhetzerin

Niederländisch

Detailübersetzungen für intrigant (Niederländisch) ins Deutsch

de intrigant (samenzweerder; kuiper; konkelaar)
der Verschwörer; der Intrigant
- Verschwörer [der ~] Nomen
- Intrigant [der ~] Nomen
de intrigant (stokebrand; agitator; opruier; opstoker; stoker)
der Provokateur; der Hetzer; der Rebell; der Unruhestifter; der Aufwiegler; der Aufhetzer
- Provokateur [der ~] Nomen
- Hetzer [der ~] Nomen
- Rebell [der ~] Nomen
- Unruhestifter [der ~] Nomen
- Aufwiegler [der ~] Nomen
- Aufhetzer [der ~] Nomen
de intrigant (tweedrachtzaaier; stoker)
der Aufhetzer; die Aufhetzerin
- Aufhetzer [der ~] Nomen
- Aufhetzerin [die ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Aufhetzer	agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker; tweedrachtzaaier	agitatoren; herrieschopper; muiter; oproerkraaier; oproerkraaiers; opruiers; opstandeling; opstokers; rebel; rustverstoorder; stokebrand; stokebranden
Aufhetzerin	intrigant; stoker; tweedrachtzaaier	herrieschopper; muiter; oproerkraaier; oproerkraaister; opstandeling; rebel; rustverstoorder; stokebrand
Aufwiegler	agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker	herrieschopper; muiter; oproerkraaier; opstandeling; opstokers; rebel; rustverstoorder; stokebrand
Hetzer	agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker
Intrigant	intrigant; konkelaar; kuiper; samenzweerder
Provokateur	agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker	provocateur
Rebell	agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker	herrieschopper; muiter; oproerkraaier; opstandeling; opstandelinge; rebel; rebelle; rustverstoorder; stokebrand
Unruhestifter	agitator; intrigant; opruier; opstoker; stokebrand; stoker	hinderlijk persoon; lastpak; lastpost; onruststoker; stokebranden
Verschwörer	intrigant; konkelaar; kuiper; samenzweerder