Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. instampen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für instampen (Niederländisch) ins Deutsch

instampen:

instampen Verb (stamp in, stampt in, stampte in, stampten in, ingestampt)

  1. instampen (inhameren)
    hämmern; stampfen; einhämmern
    • hämmern Verb (hämmre, hämmerst, hämmert, hämmerte, hämmertet, gehämmert)
    • stampfen Verb (stampfe, stampfst, stampft, stampfte, stampftet, gestampft)
    • einhämmern Verb (hämmere ein, hämmerst ein, hämmert ein, hämmerte ein, hämmertet ein, eingehämmert)

Konjugationen für instampen:

o.t.t.
  1. stamp in
  2. stampt in
  3. stampt in
  4. stampen in
  5. stampen in
  6. stampen in
o.v.t.
  1. stampte in
  2. stampte in
  3. stampte in
  4. stampten in
  5. stampten in
  6. stampten in
v.t.t.
  1. heb ingestampt
  2. hebt ingestampt
  3. heeft ingestampt
  4. hebben ingestampt
  5. hebben ingestampt
  6. hebben ingestampt
v.v.t.
  1. had ingestampt
  2. had ingestampt
  3. had ingestampt
  4. hadden ingestampt
  5. hadden ingestampt
  6. hadden ingestampt
o.t.t.t.
  1. zal instampen
  2. zult instampen
  3. zal instampen
  4. zullen instampen
  5. zullen instampen
  6. zullen instampen
o.v.t.t.
  1. zou instampen
  2. zou instampen
  3. zou instampen
  4. zouden instampen
  5. zouden instampen
  6. zouden instampen
en verder
  1. ben ingestampt
  2. bent ingestampt
  3. is ingestampt
  4. zijn ingestampt
  5. zijn ingestampt
  6. zijn ingestampt
diversen
  1. stamp in!
  2. stampt in!
  3. ingestampt
  4. instampend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für instampen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
einhämmern inhameren; instampen aandringen; doordrammen; doordrukken; drammen; heien; inprenten; klinken; op het hart drukken; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren; zeuren
hämmern inhameren; instampen beuken; bonken; bonzen; doordouwen; doorzetten; hameren; hard slaan; hengsten; klinken; kloppen met een hamer; luiden; meppen; rammen; slaan; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
stampfen inhameren; instampen fijnstampen; klossen; lopen met geluid; stampen; stommelen; zwaar stappen

Wiktionary Übersetzungen für instampen:


Cross Translation:
FromToVia
instampen drillen drill — to make to remember