Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. inpompen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für inpompen (Niederländisch) ins Deutsch

inpompen:

inpompen Verb (pomp in, pompt in, pompte in, pompten in, ingepompt)

  1. inpompen (binnenpompen)
    einpumpen
    • einpumpen Verb (pumpe ein, pumpst ein, pumpt ein, pumpte ein, pumptet ein, eingepumpt)

Konjugationen für inpompen:

o.t.t.
  1. pomp in
  2. pompt in
  3. pompt in
  4. pompen in
  5. pompen in
  6. pompen in
o.v.t.
  1. pompte in
  2. pompte in
  3. pompte in
  4. pompten in
  5. pompten in
  6. pompten in
v.t.t.
  1. heb ingepompt
  2. hebt ingepompt
  3. heeft ingepompt
  4. hebben ingepompt
  5. hebben ingepompt
  6. hebben ingepompt
v.v.t.
  1. had ingepompt
  2. had ingepompt
  3. had ingepompt
  4. hadden ingepompt
  5. hadden ingepompt
  6. hadden ingepompt
o.t.t.t.
  1. zal inpompen
  2. zult inpompen
  3. zal inpompen
  4. zullen inpompen
  5. zullen inpompen
  6. zullen inpompen
o.v.t.t.
  1. zou inpompen
  2. zou inpompen
  3. zou inpompen
  4. zouden inpompen
  5. zouden inpompen
  6. zouden inpompen
en verder
  1. is ingepompt
diversen
  1. pomp in!
  2. pompt in!
  3. ingepompt
  4. inpompend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inpompen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
einpumpen binnenpompen; inpompen

Computerübersetzung von Drittern: