Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. innoverend:
  2. innoveren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für innoverend (Niederländisch) ins Deutsch

innoverend:

innoverend Adjektiv

  1. innoverend (vernieuwend)

Übersetzung Matrix für innoverend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
erneuernd innoverend; vernieuwend
inovierend innoverend; vernieuwend

innoveren:

innoveren Verb (innoveer, innoveert, innoveerde, innoveerden, geïnnoveerd)

  1. innoveren
    innovieren; erhalten; erneuern; flicken; auswechseln; renovieren; ausbessern; restaurieren
    • innovieren Verb (innoviere, innovierst, innoviert, innovierte, innoviertet, innoviert)
    • erhalten Verb (erhalte, erhältst, erhält, erhielt, erhieltet, erhalten)
    • erneuern Verb (erneuere, erneuerst, erneuert, erneuerte, erneuertet, erneuert)
    • flicken Verb (flicke, flickst, flickt, flickte, flicktet, geflickt)
    • auswechseln Verb (wechsele aus, wechselst aus, wechselt aus, wechselte aus, wechseltet aus, ausgewechselt)
    • renovieren Verb (renoviere, renovierst, renoviert, renovierte, renoviertet, renoviert)
    • ausbessern Verb (bessere aus, besserst aus, bessert aus, besserte aus, bessertet aus, ausgebessert)
    • restaurieren Verb (restauriere, restaurierst, restauriert, restaurierte, restauriertet, restauriert)

Konjugationen für innoveren:

o.t.t.
  1. innoveer
  2. innoveert
  3. innoveert
  4. innoveren
  5. innoveren
  6. innoveren
o.v.t.
  1. innoveerde
  2. innoveerde
  3. innoveerde
  4. innoveerden
  5. innoveerden
  6. innoveerden
v.t.t.
  1. heb geïnnoveerd
  2. hebt geïnnoveerd
  3. heeft geïnnoveerd
  4. hebben geïnnoveerd
  5. hebben geïnnoveerd
  6. hebben geïnnoveerd
v.v.t.
  1. had geïnnoveerd
  2. had geïnnoveerd
  3. had geïnnoveerd
  4. hadden geïnnoveerd
  5. hadden geïnnoveerd
  6. hadden geïnnoveerd
o.t.t.t.
  1. zal innoveren
  2. zult innoveren
  3. zal innoveren
  4. zullen innoveren
  5. zullen innoveren
  6. zullen innoveren
o.v.t.t.
  1. zou innoveren
  2. zou innoveren
  3. zou innoveren
  4. zouden innoveren
  5. zouden innoveren
  6. zouden innoveren
en verder
  1. is geïnnoveerd
diversen
  1. innoveer!
  2. innoveert!
  3. geïnnoveerd
  4. innoverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für innoveren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ausbessern innoveren afmaken; beteren; bijwerken; completeren; corrigeren; fiksen; goedmaken; herstellen; herzien; klusje opknappen; klussen; maken; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen; perfectioneren; rechtzetten; renoveren; repareren; verbeteren; vernieuwen; vervolledigen; vervolmaken; volledig maken; voltooien
auswechseln innoveren aflossen; hernieuwen; opnieuw doen; overdoen; remplaceren; ruilen; uitwisselen; vernieuwen; verruilen; vervangen; verwisselen
erhalten innoveren behalen; beschermen; bescherming bieden; beschutten; blijven; conserveren; goed houden; groot houden; handhaven; in ontvangst nemen; instandhouden; krijgen; niet veranderen; ontvangen; opstrijken; stand houden; toekomen; toekomen aan; verdiend hebben; verkrijgen; verwerven; winnen
erneuern innoveren aflossen; beteren; bijwerken; corrigeren; echoën; fiksen; goedmaken; herhalen; hernieuwen; herscheppen; herstellen; hervormen; herzien; in goede staat brengen; kerk hervormen; maken; nabouwen; napraten; nazeggen; nieuw leven inblazen; opknappen; rechtzetten; reformeren; regenereren; remplaceren; renoveren; repareren; verbeteren; vernieuwen; vervangen; verversen; verwisselen; wederopbouwen
flicken innoveren fiksen; gaten dichten; goedmaken; herstellen; maken; rechtzetten; repareren; stoppen; vernieuwen; verstellen
innovieren innoveren aflossen; fiksen; goedmaken; herstellen; in goede staat brengen; maken; opknappen; rechtzetten; remplaceren; renoveren; repareren; vernieuwen; vervangen; verwisselen
renovieren innoveren beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; hernieuwen; herstellen; herzien; in goede staat brengen; opknappen; renoveren; repareren; verbeteren; vernieuwen
restaurieren innoveren fiksen; goedmaken; hernieuwen; herstellen; in goede staat brengen; maken; opknappen; rechtzetten; renoveren; repareren; restaureren; verbeteren; vernieuwen; wederopbouwen
- vernieuwen

Synonyms for "innoveren":


Verwandte Definitionen für "innoveren":

  1. nieuwe produkten, technieken etc. gaan gebruiken1
    • dit bedrijf innoveerde de laatste jaren sterk1

Computerübersetzung von Drittern: