Niederländisch
Detailübersetzungen für inmasseren (Niederländisch) ins Deutsch
inmasseren:
-
inmasseren (masseren)
Konjugationen für inmasseren:
o.t.t.
- masseer in
- masseert in
- masseert in
- masseren in
- masseren in
- masseren in
o.v.t.
- masseerde in
- masseerde in
- masseerde in
- masseerden in
- masseerden in
- masseerden in
v.t.t.
- heb ingemasseerd
- hebt ingemasseerd
- heeft ingemasseerd
- hebben ingemasseerd
- hebben ingemasseerd
- hebben ingemasseerd
v.v.t.
- had ingemasseerd
- had ingemasseerd
- had ingemasseerd
- hadden ingemasseerd
- hadden ingemasseerd
- hadden ingemasseerd
o.t.t.t.
- zal inmasseren
- zult inmasseren
- zal inmasseren
- zullen inmasseren
- zullen inmasseren
- zullen inmasseren
o.v.t.t.
- zou inmasseren
- zou inmasseren
- zou inmasseren
- zouden inmasseren
- zouden inmasseren
- zouden inmasseren
en verder
- is ingemasseerd
diversen
- masseer in!
- masseert in!
- ingemasseerd
- inmasserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für inmasseren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
massieren | inmasseren; masseren |