Niederländisch
Detailübersetzungen für infiltreren (Niederländisch) ins Deutsch
infiltreren:
-
infiltreren (binnendringen; indringen)
eindringen; infiltrieren; hineindringen-
infiltrieren Verb (infiltriere, infiltrierst, infiltriert, infiltrierte, infiltriertet, infiltriert)
-
hineindringen Verb (dringe hinein, dringst hinein, dringt hinein, drang hinein, drangt hinein, hineingedrungen)
Konjugationen für infiltreren:
o.t.t.
- infiltreer
- infiltreert
- infiltreert
- infiltreren
- infiltreren
- infiltreren
o.v.t.
- infiltreerde
- infiltreerde
- infiltreerde
- infiltreerden
- infiltreerden
- infiltreerden
v.t.t.
- ben geïnfiltreerd
- bent geïnfiltreerd
- is geïnfiltreerd
- zijn geïnfiltreerd
- zijn geïnfiltreerd
- zijn geïnfiltreerd
v.v.t.
- was geïnfiltreerd
- was geïnfiltreerd
- was geïnfiltreerd
- waren geïnfiltreerd
- waren geïnfiltreerd
- waren geïnfiltreerd
o.t.t.t.
- zal infiltreren
- zult infiltreren
- zal infiltreren
- zullen infiltreren
- zullen infiltreren
- zullen infiltreren
o.v.t.t.
- zou infiltreren
- zou infiltreren
- zou infiltreren
- zouden infiltreren
- zouden infiltreren
- zouden infiltreren
diversen
- infiltreer!
- infiltreert!
- geïnfiltreerd
- infiltrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für infiltreren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
eindringen | binnendringen; indringen; infiltreren | betreden; binnen gaan; binnendringen; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; binnenvallen; doordringen; indringen; ingaan; invallen; penetreren |
hineindringen | binnendringen; indringen; infiltreren | binnen gaan; binnendringen; binnenvallen; doorboren; doordringen; gaatjes maken in; haven binnenvaren; indringen; invallen; onverwachts langskomen; penetreren; perforeren; zich binnenwroeten; zich binnenwurmen |
infiltrieren | binnendringen; indringen; infiltreren |