Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- inbijtend:
- inbijten:
-
Wiktionary:
- inbijten → zerfressen, rosten, korrodieren
Niederländisch
Detailübersetzungen für inbijtend (Niederländisch) ins Deutsch
inbijtend:
-
inbijtend (bijtend; inwerkend; invretend)
sarkastisch; ätzend; scharf; bissig; schneidend; beißend; einfressend-
sarkastisch Adjektiv
-
ätzend Adjektiv
-
scharf Adjektiv
-
bissig Adjektiv
-
schneidend Adjektiv
-
beißend Adjektiv
-
einfressend Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für inbijtend:
inbijten:
-
inbijten (invreten)
ätzen; korrodieren; sich einfressen-
korrodieren Verb
-
sich einfressen Verb (fresse mich ein, frißt dich ein, frißt sich ein, fraß sich ein, fraßt euch ein, sich eingefressen)
Konjugationen für inbijten:
o.t.t.
- bijt in
- bijt in
- bijt in
- bijten in
- bijten in
- bijten in
o.v.t.
- beet in
- beet in
- beet in
- beten in
- beten in
- beten in
v.t.t.
- heb ingebeten
- hebt ingebeten
- heeft ingebeten
- hebben ingebeten
- hebben ingebeten
- hebben ingebeten
v.v.t.
- had ingebeten
- had ingebeten
- had ingebeten
- hadden ingebeten
- hadden ingebeten
- hadden ingebeten
o.t.t.t.
- zal inbijten
- zult inbijten
- zal inbijten
- zullen inbijten
- zullen inbijten
- zullen inbijten
o.v.t.t.
- zou inbijten
- zou inbijten
- zou inbijten
- zouden inbijten
- zouden inbijten
- zouden inbijten
en verder
- is ingebeten
diversen
- bijt in!
- bijt in!
- ingebeten
- inbijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für inbijten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
korrodieren | inbijten; invreten | |
sich einfressen | inbijten; invreten | |
ätzen | inbijten; invreten | binnenkrijgen; etsen; graveren; inetsen; opslokken; zwelgen |
Wiktionary Übersetzungen für inbijten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• inbijten | → zerfressen; rosten; korrodieren | ↔ corrode — to eat away |