Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. in elkaar storten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für in elkaar storten (Niederländisch) ins Deutsch

in elkaar storten:

in elkaar storten Verb

  1. in elkaar storten (ten gronde gaan)
    zusammenbrechen; zu Grunde gehen
    • zusammenbrechen Verb (breche zusammen, brichst zusammen, bricht zusammen, brache zusammen, brachet zusammen, zusammengebrochen)
  2. in elkaar storten (bezwijken; ondergaan; te gronde gaan)
    untergehen; erliegen; umkommen; zugrunde gehen; zusammenbrechen
    • untergehen Verb (untergehe, untergehst, untergeht, untergang, untergangt, untergegangen)
    • erliegen Verb (erliege, erliegst, erliegt, erlag, erlagt, erlegen)
    • umkommen Verb (komme um, kommst um, kommt um, kam um, kamt um, umgekommen)
    • zugrunde gehen Verb (gehe zugrunde, gehst zugrunde, geht zugrunde, gang zugrunde, ganget zugrunde, zugrunde gegangen)
    • zusammenbrechen Verb (breche zusammen, brichst zusammen, bricht zusammen, brache zusammen, brachet zusammen, zusammengebrochen)

Übersetzung Matrix für in elkaar storten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
erliegen bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan afleggen; bezwijken; doodgaan; heengaan; het onderspit delven; inslapen; ontslapen; overlijden; sterven; tenondergaan; verscheiden; zwichten
umkommen bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan bezwijken; doodgaan; heengaan; hongeren; hongerlijden; in de oorlog omkomen; inslapen; kapotgaan; omkomen; onder water gaan; ondergaan; overlijden; sneuvelen; sterven; vallen; verhongeren; verongelukken; verrekken; wegvallen; zinken
untergehen bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan de weg kwijtraken; doorleven; doorstaan; onder water gaan; ondergaan; te gronde gaan; ten onder gaan; ten ondergaan; verdragen; verduren; verdwalen; vergaan; verkeerd gaan; verkeerd lopen; verongelukken; verteren; zinken
zu Grunde gehen in elkaar storten; ten gronde gaan
zugrunde gehen bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan bezwijken; de weg kwijtraken; doodgaan; heengaan; inslapen; omkomen; ondergaan; overlijden; sneuvelen; sterven; te gronde gaan; ten ondergaan; vallen; verdwalen; verkeerd gaan; verkeerd lopen; wegvallen
zusammenbrechen bezwijken; in elkaar storten; ondergaan; te gronde gaan; ten gronde gaan in elkaar zakken; ineenstorten; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; invallen; inzakken; inzinken; neerploffen; ploffen

Verwandte Übersetzungen für in elkaar storten