Niederländisch
Detailübersetzungen für herverkavelen (Niederländisch) ins Deutsch
herverkavelen:
-
herverkavelen
Konjugationen für herverkavelen:
o.t.t.
- herverkavel
- herverkavelt
- herverkavelt
- herverkavelen
- herverkavelen
- herverkavelen
o.v.t.
- herverkavelde
- herverkavelde
- herverkavelde
- herverkavelden
- herverkavelden
- herverkavelden
v.t.t.
- heb herverkaveld
- hebt herverkaveld
- heeft herverkaveld
- hebben herverkaveld
- hebben herverkaveld
- hebben herverkaveld
v.v.t.
- had herverkaveld
- had herverkaveld
- had herverkaveld
- hadden herverkaveld
- hadden herverkaveld
- hadden herverkaveld
o.t.t.t.
- zal herverkavelen
- zult herverkavelen
- zal herverkavelen
- zullen herverkavelen
- zullen herverkavelen
- zullen herverkavelen
o.v.t.t.
- zou herverkavelen
- zou herverkavelen
- zou herverkavelen
- zouden herverkavelen
- zouden herverkavelen
- zouden herverkavelen
en verder
- is herverkaveld
- zijn herverkaveld
diversen
- herverkavel!
- herverkavelt!
- herverkaveld
- herverkavelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für herverkavelen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Boden aufs neue parzellieren | herverkavelen |