Niederländisch
Detailübersetzungen für heropvoeden (Niederländisch) ins Deutsch
heropvoeden:
-
heropvoeden
Konjugationen für heropvoeden:
o.t.t.
- heropvoed
- heropvoedt
- heropvoedt
- heropvoeden
- heropvoeden
- heropvoeden
o.v.t.
- heropvoedde
- heropvoedde
- heropvoedde
- heropvoedden
- heropvoedden
- heropvoedden
v.t.t.
- heb heropgevoed
- hebt heropgevoed
- heeft heropgevoed
- hebben heropgevoed
- hebben heropgevoed
- hebben heropgevoed
v.v.t.
- had heropgevoed
- had heropgevoed
- had heropgevoed
- hadden heropgevoed
- hadden heropgevoed
- hadden heropgevoed
o.t.t.t.
- zal heropvoeden
- zult heropvoeden
- zal heropvoeden
- zullen heropvoeden
- zullen heropvoeden
- zullen heropvoeden
o.v.t.t.
- zou heropvoeden
- zou heropvoeden
- zou heropvoeden
- zouden heropvoeden
- zouden heropvoeden
- zouden heropvoeden
en verder
- ben heropgevoed
- bent heropgevoed
- is heropgevoed
- zijn heropgevoed
- zijn heropgevoed
- zijn heropgevoed
diversen
- heropvoed!
- heropvoedt!
- heropgevoed
- heropvoedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für heropvoeden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
umerziehen | heropvoeden |
Computerübersetzung von Drittern: