Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. heksen:
  2. heks:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für heksen (Niederländisch) ins Deutsch

heksen:

heksen Verb (heks, hekst, hekste, heksten, gehekst)

  1. heksen
    Hexen

Konjugationen für heksen:

o.t.t.
  1. heks
  2. hekst
  3. hekst
  4. heksen
  5. heksen
  6. heksen
o.v.t.
  1. hekste
  2. hekste
  3. hekste
  4. heksten
  5. heksten
  6. heksten
v.t.t.
  1. heb gehekst
  2. hebt gehekst
  3. heeft gehekst
  4. hebben gehekst
  5. hebben gehekst
  6. hebben gehekst
v.v.t.
  1. had gehekst
  2. had gehekst
  3. had gehekst
  4. hadden gehekst
  5. hadden gehekst
  6. hadden gehekst
o.t.t.t.
  1. zal heksen
  2. zult heksen
  3. zal heksen
  4. zullen heksen
  5. zullen heksen
  6. zullen heksen
o.v.t.t.
  1. zou heksen
  2. zou heksen
  3. zou heksen
  4. zouden heksen
  5. zouden heksen
  6. zouden heksen
en verder
  1. is gehekst
  2. zijn gehekst
diversen
  1. heks!
  2. hekst!
  3. gehekst
  4. heksend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für heksen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Hexen heksen

Verwandte Wörter für "heksen":


heks:

heks [de ~ (v)] Nomen

  1. de heks (toverkol)
    die Hexe
    • Hexe [die ~] Nomen
  2. de heks (haaibaai; teef; viswijf; )
    die Hexe; die Trulla; die Schreckschraube; Fischweib; die Schlange; Luder; Weib

Übersetzung Matrix für heks:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Fischweib feeks; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; teef; viswijf troel; troela; trut; vervelend kreng
Hexe feeks; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; teef; toverkol; viswijf tovenares; toverheks; troel; troela; trut; vervelend kreng
Luder feeks; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; teef; viswijf ellendeling; klier; kreng; loeder; mispunt; schoft; schurk; serpent; slang; smeerlap; stuk ongeluk; troel; troela; trut; vals wicht; vervelend kreng
Schlange feeks; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; teef; viswijf colonne; ellendeling; file; gelid; klier; kreng; loeder; mispunt; rij; rijtje; schoft; schurk; serpent; slang; smeerlap; stuk ongeluk; troel; troela; trut; vals wicht; veldslang; vervelend kreng; waterserpent; waterslang
Schreckschraube feeks; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; teef; viswijf kenau; lelijke heks; troel; troela; trut; vervelend kreng
Trulla feeks; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; teef; viswijf troel; troela; trut; vervelend kreng
Weib feeks; haaibaai; heks; helleveeg; loeder; teef; viswijf echtgenote; gade; gemalin; kerel; man; manspersoon; troel; troela; trut; vent; vervelend kreng; vrouw; vrouwmens; vrouwspersoon; wijf

Verwandte Wörter für "heks":


Wiktionary Übersetzungen für heks:

heks
noun
  1. een persoon, meestal een vrouw, aan wie bovennatuurlijke krachten worden toegeschreven

Cross Translation:
FromToVia
heks Hexe hag — a witch, sorceress, or enchantress; also, a wizard
heks Hexe hex — a witch
heks Hexe; Hexer witch — person who uses magic