Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- heiligen:
-
Wiktionary:
- heiligen → Heiliger, Heilige, weihen, sanktifizieren, heilig machen, heiligen
Niederländisch
Detailübersetzungen für heiligen (Niederländisch) ins Deutsch
heiligen:
-
heiligen (inzegenen; wijden; zegenen; inwijden)
weihen; einweihen; inaugurieren; einsegnen; initiieren-
inaugurieren Verb (inauguriere, inaugurierst, inauguriert, inaugurierte, inauguriertet, inauguriert)
Konjugationen für heiligen:
o.t.t.
- heilig
- heiligt
- heiligt
- heiligen
- heiligen
- heiligen
o.v.t.
- heiligde
- heiligde
- heiligde
- heiligden
- heiligden
- heiligden
v.t.t.
- heb geheiligd
- hebt geheiligd
- heeft geheiligd
- hebben geheiligd
- hebben geheiligd
- hebben geheiligd
v.v.t.
- had geheiligd
- had geheiligd
- had geheiligd
- hadden geheiligd
- hadden geheiligd
- hadden geheiligd
o.t.t.t.
- zal heiligen
- zult heiligen
- zal heiligen
- zullen heiligen
- zullen heiligen
- zullen heiligen
o.v.t.t.
- zou heiligen
- zou heiligen
- zou heiligen
- zouden heiligen
- zouden heiligen
- zouden heiligen
en verder
- ben geheiligd
- bent geheiligd
- is geheiligd
- zijn geheiligd
- zijn geheiligd
- zijn geheiligd
diversen
- heilig!
- heiligt!
- geheiligd
- heiligend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für heiligen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
einsegnen | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen | inaugureren; inhuldigen; inwijden; plechtig bevestigen |
einweihen | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen | |
inaugurieren | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen | afstemmen; inaugureren; inhuldigen; instellen; inwijden; plechtig bevestigen |
initiieren | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen | afstemmen; initiëren; instellen; op gang brengen |
weihen | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen |