Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. haven:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für havens (Niederländisch) ins Deutsch

haven:

haven [de ~] Nomen, Plural

  1. de haven (toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; )
    Versteck; Schlupfloch; die Ausweichstelle; der Schlupfwinkel; die Zuflucht; der Unterschlupf; Asyl; die Zufluchtstätte; der Luftschutzraum; der Zufluchtsort; die Unterkunft

Übersetzung Matrix für haven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Asyl asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats asiel; hospitium; opvangcentrum; vluchtelingenkamp; vrijplaats
Ausweichstelle asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats
Luftschutzraum asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats
Schlupfloch asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats schuilhol
Schlupfwinkel asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats hoek; onderdaken; onderkomens; schuilhoek; schuilhoeken; schuilhol; schuilholen; schuilplaatsen; sluiphol; toevluchtsoorden; wachthuisjes
Unterkunft asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats accommodatie; behuizing; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats
Unterschlupf asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats schuilhol
Versteck asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchtsoord; wijkplaats
Zuflucht asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchtsoord; vrijplaats; wijkplaats
Zufluchtsort asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchtshaven; toevluchtsoord; wijkplaats
Zufluchtstätte asiel; haven; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; vluchthaven; vluchtoord; wijkplaats schuilhoek; schuilhol; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchtshaven; toevluchtsoord; wijkplaats

Verwandte Wörter für "haven":

  • havenen, havens, haventje, haventjes, have

Wiktionary Übersetzungen für haven:

haven
noun
  1. natuurlijke of aangelegde aanlegplaats voor schepen.
haven
noun
  1. Ort zum natürlichen oder künstlich geschützten Anlegen von Schiffen (sowie übertragen auf andere Fahrzeuge), mit Anlagen zum Löschen, Laden, Reinigen und Ausbessern, an offener See oder an Flussläufen

Cross Translation:
FromToVia
haven Hafen harbour — for ships
haven Hafen haven — harbour
haven Hafen port — dock or harbour
haven Hafen port — Port pour bateaux