Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. grieven:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für grieft (Niederländisch) ins Deutsch

grieven:

grieven Verb (grief, grieft, griefde, griefden, gegriefd)

  1. grieven (pijn doen; kwetsen; krenken; zeer doen)
    kränken; beleidigen; düpieren
    • kränken Verb (kränke, kränkst, kränkt, kränkte, kränktet, gekränkt)
    • beleidigen Verb (beleidige, beleidigst, beleidigt, beleidigte, beleidigtet, beleidigt)
    • düpieren Verb (düpiere, düpierst, düpiert, düpierte, düpiertet, düpiert)

Konjugationen für grieven:

o.t.t.
  1. grief
  2. grieft
  3. grieft
  4. grieven
  5. grieven
  6. grieven
o.v.t.
  1. griefde
  2. griefde
  3. griefde
  4. griefden
  5. griefden
  6. griefden
v.t.t.
  1. heb gegriefd
  2. hebt gegriefd
  3. heeft gegriefd
  4. hebben gegriefd
  5. hebben gegriefd
  6. hebben gegriefd
v.v.t.
  1. had gegriefd
  2. had gegriefd
  3. had gegriefd
  4. hadden gegriefd
  5. hadden gegriefd
  6. hadden gegriefd
o.t.t.t.
  1. zal grieven
  2. zult grieven
  3. zal grieven
  4. zullen grieven
  5. zullen grieven
  6. zullen grieven
o.v.t.t.
  1. zou grieven
  2. zou grieven
  3. zou grieven
  4. zouden grieven
  5. zouden grieven
  6. zouden grieven
diversen
  1. grief!
  2. grieft!
  3. gegriefd
  4. grievend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für grieven:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
beleidigen grieven; krenken; kwetsen; pijn doen; zeer doen belasteren; kwaadspreken; lasteren; smaden
düpieren grieven; krenken; kwetsen; pijn doen; zeer doen belasteren; benadelen; bezeren; blesseren; duperen; knauwen; krenken; kwaad doen; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; nadeel berokkenen; nadeel toebrengen; nadelig zijn; pijn bezorgen; pijn doen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; smaden; verwonden; zeer doen
kränken grieven; krenken; kwetsen; pijn doen; zeer doen aantasten; belasteren; benadelen; bezeren; bezoedelen; blesseren; duperen; eer door het slijk halen; krenken; kwaadspreken; kwetsen; lasteren; leed berokkenen; nadeel toebrengen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; smaden; verwonden

Verwandte Wörter für "grieven":


Wiktionary Übersetzungen für grieven:


Cross Translation:
FromToVia
grieven Klage; Anzeige; Beanstandung; Reklamation; Monierung; Beschwerde complaint — a grievance, problem, difficulty, or concern; the act of complaining
grieven beleidigen; kränken; verletzen offenseroutrager quelqu’un par une offense.

Computerübersetzung von Drittern: