Niederländisch
Detailübersetzungen für grapt (Niederländisch) ins Deutsch
grapt form of grappen:
-
grappen (malligheid uithalen; een poets bakken; dollen; streek uithalen; gekscheren; schertsen; gekheid uithalen)
spaßen; scherzen; herumtollen-
herumtollen Verb (tolle herum, tollst herum, tollt herum, tollte herum, tolltet herum, herumgetollt)
Konjugationen für grappen:
o.t.t.
- grap
- grapt
- grapt
- grappen
- grappen
- grappen
o.v.t.
- grapte
- grapte
- grapte
- grapten
- grapten
- grapten
v.t.t.
- heb gegrapt
- hebt gegrapt
- heeft gegrapt
- hebben gegrapt
- hebben gegrapt
- hebben gegrapt
v.v.t.
- had gegrapt
- had gegrapt
- had gegrapt
- hadden gegrapt
- hadden gegrapt
- hadden gegrapt
o.t.t.t.
- zal grappen
- zult grappen
- zal grappen
- zullen grappen
- zullen grappen
- zullen grappen
o.v.t.t.
- zou grappen
- zou grappen
- zou grappen
- zouden grappen
- zouden grappen
- zouden grappen
diversen
- grap!
- grapt!
- gegrapt
- grappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für grappen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
herumtollen | dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen | dollen; ravotten; robbedoezen; ronddartelen; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven |
scherzen | dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen | badineren; dollen; ravotten; stoeien; wild rennen; wild spelen; zich uitleven |
spaßen | dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen | gekheid maken; grappen maken |