Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze grapje

übersetze grapje von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

grapje:
- Scherz; Witz; Späßchen; Spaß; Keckheit; Streich; Ulk
grap:
- Scherz; Spaß; Spaßmacherei; Scherzen; Humor; äusserung von Fröhlichkeit
Wiktionary:
- grap → Scherz, Spaß, Witz
- grap → Witz, Streich, Scherz, Schabernack, Jux, Spaß

Niederländisch

Detailübersetzungen für grapje (Niederländisch) ins Deutsch

grapje:

grapje [het ~] Nomen

het grapje (geintje; scherts; lolletje; gekheid; gein; aardigheid; pretje)
der Scherz; der Witz; Späßchen; der Spaß; die Keckheit; der Streich; der Ulk
- Scherz [der ~] Nomen
- Witz [der ~] Nomen
- Späßchen [das ~] Nomen
- Spaß [der ~] Nomen
- Keckheit [die ~] Nomen
- Streich [der ~] Nomen
- Ulk [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für grapje:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Keckheit	aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts	blijheid; blijmoedigheid; jolijt; jool; keet; lol; opgewektheid; plezier; pretmakerij; vrolijkheid
Scherz	aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts	bak; canard; gein; grap; grol; jolijt; keet; kwinkslag; leut; lol; mop; plezier; poets; pret; scherts; streek
Spaß	aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts	bak; blijheid; blijmoedigheid; geestigheid; gein; genoegen; genot; grap; humor; joligheid; jolijt; jool; keet; leukheid; leut; lol; lust; mop; opgewektheid; plezier; poets; pret; streek; vreugde; vrolijkheid
Späßchen	aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts	gein; lol; plezier; poets; streek
Streich	aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts	poets; streek
Ulk	aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts	gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; poets; pret; streek
Witz	aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts

Verwandte Wörter für "grapje":

grapjes, grap

grapje form of grap:

grap [de ~] Nomen

de grap (bak; mop)
der Scherz; der Spaß
- Scherz [der ~] Nomen
- Spaß [der ~] Nomen
de grap (kwinkslag; canard; grol; scherts)
die Spaßmacherei; der Scherz; Scherzen
- Spaßmacherei [die ~] Nomen
- Scherz [der ~] Nomen
- Scherzen [das ~] Nomen
de grap (uiting van vrolijkheid; gein; aardigheid)
der Humor; der äusserung von Fröhlichkeit
- Humor [der ~] Nomen
- äusserung von Fröhlichkeit [der ~] Nomen

Übersetzung Matrix für grap:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Humor	aardigheid; gein; grap; uiting van vrolijkheid	Humour; geestigheid; humor
Scherz	bak; canard; grap; grol; kwinkslag; mop; scherts	aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; jolijt; keet; leut; lol; lolletje; plezier; poets; pret; pretje; scherts; streek
Scherzen	canard; grap; grol; kwinkslag; scherts	grappenmakerij
Spaß	bak; grap; mop	aardigheid; blijheid; blijmoedigheid; geestigheid; gein; geintje; gekheid; genoegen; genot; grapje; humor; joligheid; jolijt; jool; keet; leukheid; leut; lol; lolletje; lust; opgewektheid; plezier; poets; pret; pretje; scherts; streek; vreugde; vrolijkheid
Spaßmacherei	canard; grap; grol; kwinkslag; scherts	grappenmakerij; grappigheid; kluchtigheid; koddigheid; snaaksheid; vermakelijkheid
äusserung von Fröhlichkeit	aardigheid; gein; grap; uiting van vrolijkheid
-	ui

Verwandte Wörter für "grap":

grappen, grapje, grapjes

Synonyms for "grap":

mop

Verwandte Definitionen für "grap":

wat je vertelt of doet om iemand te laten lachen¹
- hij vertelde een goeie grap¹

Wiktionary Übersetzungen für grap:

grap

noun

verhaal dat of handeling die erop gericht is om de lachlust op te wekken
- grap → Scherz; Spaß

grap

noun

eine kleine Geschichte oder Ähnliches, das zum lachen anregen soll
- Witz → grap

Cross Translation:

From	To	Via
• grap	→ Witz	↔ joke — amusing story
• grap	→ Streich; Scherz	↔ joke — something said or done for amusement
• grap	→ Witz	↔ joke — worthless thing or person
• grap	→ Streich; Schabernack	↔ prank — practical joke or mischievous trick
• grap	→ Jux; Scherz; Spaß	↔ badinage — action ou propos léger, qui ne prête pas à conséquences.

¹Muiswerk Woordenboek