Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- goedkeurend:
- goedkeuren:
-
Wiktionary:
- goedkeurend → billigend, zustimmend, beifällig
- goedkeuren → billigen, zulassen
- goedkeuren → empfehlen, unterstützen, bestätigen, Annehmlichkeit, etwas Angenehmes, Approbation, Beifall, Zulassung, Billigung, Zustimmung, Angenehme, approbieren, billigen, genehmigen, gutheißen, autorisieren, zustimmen
Niederländisch
Detailübersetzungen für goedkeurend (Niederländisch) ins Deutsch
goedkeurend:
-
goedkeurend (instemmend; toestemmend)
zustimmend-
zustimmend Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für goedkeurend:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
zustimmend | goedkeurend; instemmend; toestemmend | bevestigend; overeenstemmend |
Wiktionary Übersetzungen für goedkeurend:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• goedkeurend | → billigend; zustimmend; beifällig | ↔ approbatif — Qui contenir ou qui marque approbation. |
goedkeuren:
-
goedkeuren (billijken)
-
goedkeuren (bekrachtigen; bevestigen; homologeren; bezegelen)
-
goedkeuren (autoriseren; toestaan; permitteren; fiatteren; goedvinden)
gestatten; autorisieren; genehmigen-
autorisieren Verb (autorisiere, autorisierst, autorisiert, autorisierte, autorisiertet, autorisiert)
-
goedkeuren (toestaan; laten; permitteren; toelaten; duren; toestemmen; gunnen; inwilligen; vergunnen; dulden; goedvinden)
lassen; erlauben; zulassen; gewähren; gestatten; bekräftigen; entgegenkommen; austeilen; gutheißen; genehmigen; bewilligen; gestehen; nachgeben; einräumen; einwilligen; eingestehen-
entgegenkommen Verb
-
einwilligen Verb (willige ein, willigst ein, willigt ein, willigte ein, willigtet ein, eingewilligt)
-
eingestehen Verb (gestehe ein, gestehst ein, egesteht ein, gestand ein, gestandet ein, eingestanden)
-
goedkeuren (fiatteren; goedvinden; toestemming verlenen; autoriseren)
Konjugationen für goedkeuren:
o.t.t.
- keur goed
- keurt goed
- keurt goed
- keuren goed
- keuren goed
- keuren goed
o.v.t.
- keurde goed
- keurde goed
- keurde goed
- keurden goed
- keurden goed
- keurden goed
v.t.t.
- heb goedgekeurd
- hebt goedgekeurd
- heeft goedgekeurd
- hebben goedgekeurd
- hebben goedgekeurd
- hebben goedgekeurd
v.v.t.
- had goedgekeurd
- had goedgekeurd
- had goedgekeurd
- hadden goedgekeurd
- hadden goedgekeurd
- hadden goedgekeurd
o.t.t.t.
- zal goedkeuren
- zult goedkeuren
- zal goedkeuren
- zullen goedkeuren
- zullen goedkeuren
- zullen goedkeuren
o.v.t.t.
- zou goedkeuren
- zou goedkeuren
- zou goedkeuren
- zouden goedkeuren
- zouden goedkeuren
- zouden goedkeuren
en verder
- ben goedgekeurd
- bent goedgekeurd
- is goedgekeurd
- zijn goedgekeurd
- zijn goedgekeurd
- zijn goedgekeurd
diversen
- keur goed!
- keurt goed!
- goedgekeurd
- goedkeurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
goedkeuren
autorisieren-
autorisieren Verb (autorisiere, autorisierst, autorisiert, autorisierte, autorisiertet, autorisiert)
-
Übersetzung Matrix für goedkeuren:
Verwandte Definitionen für "goedkeuren":
Wiktionary Übersetzungen für goedkeuren:
goedkeuren
goedkeuren
Cross Translation:
verb
-
(transitiv) etwas genehmigen
-
(transitiv) etwas befürworten, begrüßen, gutheißen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• goedkeuren | → empfehlen; unterstützen; bestätigen | ↔ endorse — support |
• goedkeuren | → Annehmlichkeit; etwas Angenehmes; Approbation; Beifall; Zulassung; Billigung; Zustimmung; Angenehme | ↔ agrément — action d’agréer. |
• goedkeuren | → approbieren; billigen; genehmigen; gutheißen; autorisieren; zustimmen | ↔ approuver — tenir pour acceptable. |
Computerübersetzung von Drittern: