Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- geveinsd:
- veinzen:
-
Wiktionary:
- geveinsd → gleisnerisch
- veinzen → heucheln, vorgeben
- veinzen → fingieren, vortäuschen, ausdenken, vormachen, vorgeben
Niederländisch
Detailübersetzungen für geveinsd (Niederländisch) ins Deutsch
geveinsd:
-
geveinsd (fictief; denkbeeldig; aangenomen; verdicht; gefingeerd)
-
geveinsd (gehuicheld)
heuchlerisch; geheuchelt; vorgeschützt-
heuchlerisch Adjektiv
-
geheuchelt Adjektiv
-
vorgeschützt Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für geveinsd:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
erdichtet | aangenomen; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; verdicht | bedacht; denkbeeldig; fictief; gefantaseerd; gefingeerd; verzonnen |
fiktiv | aangenomen; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; verdicht | bedacht; bedrieglijk; denkbeeldig; fantastisch; fictief; gefingeerd; hypothetisch; illusoir; imaginair; ingebeeld; misleidend; verzonnen |
geheuchelt | gehuicheld; geveinsd | |
heuchlerisch | gehuicheld; geveinsd | huichelachtig; huichelend; onoprecht; veinzend; voorwendend |
vorgeschützt | gehuicheld; geveinsd |
Verwandte Wörter für "geveinsd":
Wiktionary Übersetzungen für geveinsd:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• geveinsd | → gleisnerisch | ↔ hypocrite — Se dit d’une personne ou d’une chose qui fait preuve d’hypocrisie. Relatif à l’hypocrisie. |
veinzen:
-
veinzen (fingeren; simuleren; voorwenden)
Konjugationen für veinzen:
o.t.t.
- veins
- veinst
- veinst
- veinzen
- veinzen
- veinzen
o.v.t.
- veinsde
- veinsde
- veinsde
- veinsden
- veinsden
- veinsden
v.t.t.
- heb geveinsd
- hebt geveinsd
- heeft geveinsd
- hebben geveinsd
- hebben geveinsd
- hebben geveinsd
v.v.t.
- had geveinsd
- had geveinsd
- had geveinsd
- hadden geveinsd
- hadden geveinsd
- hadden geveinsd
o.t.t.t.
- zal veinzen
- zult veinzen
- zal veinzen
- zullen veinzen
- zullen veinzen
- zullen veinzen
o.v.t.t.
- zou veinzen
- zou veinzen
- zou veinzen
- zouden veinzen
- zouden veinzen
- zouden veinzen
diversen
- veins!
- veinst!
- geveinsd
- veinzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze