Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. gemakzuchtig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gemakzuchtig (Niederländisch) ins Deutsch

gemakzuchtig:

gemakzuchtig Adjektiv

  1. gemakzuchtig
    bequem

Übersetzung Matrix für gemakzuchtig:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bequem gemakzuchtig aangenaam; comfortabel; gedwee; gemakkelijk; geriefelijk; gerieflijk; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend

Verwandte Wörter für "gemakzuchtig":

  • gemakzuchtiger, gemakzuchtigere, gemakzuchtigst, gemakzuchtigste, gemakzuchtige

Computerübersetzung von Drittern: