Niederländisch

Detailübersetzungen für gelijkheid (Niederländisch) ins Deutsch

gelijkheid:

gelijkheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de gelijkheid (gelijkwaardigheid)
    die Gleichheit; die Gleichwertigkeit; die Ebenbürtigkeit; die Gleichartigkeit
  2. de gelijkheid (gelijkmatigheid)
    die Gleichmäßigkeit; die Regelmäßigkeit

Übersetzung Matrix für gelijkheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Ebenbürtigkeit gelijkheid; gelijkwaardigheid analogie; gelijkaardigheid; gelijksoortigheid; soortgelijkheid
Gleichartigkeit gelijkheid; gelijkwaardigheid analogie; eenheid; eenvormigheid; egaliteit; gelijkaardigheid; gelijkslachtigheid; gelijksoortigheid; gelijkvormigheid; homogeniteit; monotonie; soortgelijkheid; uniformiteit
Gleichheit gelijkheid; gelijkwaardigheid analogie; gelijkaardigheid; gelijksoortigheid; soortgelijkheid
Gleichmäßigkeit gelijkheid; gelijkmatigheid analogie; gelijkaardigheid; gelijksoortigheid; orde; regelmaat; soortgelijkheid
Gleichwertigkeit gelijkheid; gelijkwaardigheid analogie; gelijkaardigheid; gelijksoortigheid; soortgelijkheid
Regelmäßigkeit gelijkheid; gelijkmatigheid orde; regelmaat; regelmatigheid

Verwandte Wörter für "gelijkheid":


Wiktionary Übersetzungen für gelijkheid:


Cross Translation:
FromToVia
gelijkheid Gleichheit equality — fact of being equal
gelijkheid Gleichheit equality — mathematics: fact of having the same value

gelijkheid form of gelijk:

gelijk Adjektiv

  1. gelijk (soortgelijk)
    ähnlich; derartig
  2. gelijk (vlak; effen; egaal; )
    flach; platt; egal; gleich; eben
  3. gelijk (identiek; hetzelfde; exact hetzelfde; )
  4. gelijk (meteen; onmiddellijk; direct; terstond; dadelijk)
    augenblicklich; direkt; sofort
  5. gelijk (hetzelfde; idem; eender)
    – precies zoals iets of iemand anders 1

gelijk [het ~] Nomen

  1. het gelijk
    Recht; die Gerechtigkeit

Übersetzung Matrix für gelijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Gerechtigkeit gelijk eerlijkheid; eigenschap van rechtvaardigheid; gerechtigheid; oprechtheid; recht; rechtschapenheid; rechtspleging; rechtspraak; rechtvaardigheid; waarheidszin
Recht gelijk bevoegdheid; bezit; bezittingen; eigendom; eigenschap van rechtvaardigheid; gerechtigheid; gewoonterecht; goederen; have; recht; rechtvaardigheid
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- dadelijk; direct; identiek; onmiddellijk
AdverbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- meteen
PronounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- hetzelfde
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
augenblicklich dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond dadelijk; direct; hedendaags; huidig; momenteel; nou; nu; ogenblikkelijk; onverwijld; op dit moment; op dit ogenblik; prompt; tegenwoordig; van nu; van vandaag; vooralsnog; vooreerst; voorlopig; voorshands; zo meteen
dasselbe eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; idem; identiek; net zo diezelfde; eender; hetzelfde; idem dito; om het even; onveranderd; precies hetzelfde
derartig gelijk; soortgelijk dergelijk; dergelijke; dusdanig; zo een; zo'n; zodanig; zoiets; zulk; zulke
derselbe eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; idem; identiek; net zo diezelfde; eender; hetzelfde; idem dito; om het even; onveranderd; precies hetzelfde
dieselbe eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; identiek; net zo diezelfde; hetzelfde; onveranderd
direkt dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond acuut; bijna; contemplatief; dadelijk; direct; frontaal; gauw; gezwind; haast; in een tel; in een wip; klassikaal; linea recta; nagenoeg; ongezouten; onverwijld; openlijk; prompt; rechtstreeks; regelrecht; ronduit; schier; welhaast; zo meteen
eben effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit effen; juist; van één kleur; zopas; zoëven
egal effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit effen; indifferent; laconiek; lauw; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; van één kleur; zonder grond
einander entsprechend eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; identiek; net zo analoog; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; homogeen; soortgelijk
einander gleich eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; identiek; net zo analoog; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; homogeen; soortgelijk
einerlei eender; gelijk; hetzelfde; idem eender; indifferent; laconiek; lauw; om het even; ongefundeerd; ongegrond; ongemotiveerd; ongevoelig; ongeïnteresseerd; onverschillig; zonder grond
einförmig eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; identiek; net zo afgezaagd; eentonig; eenvormig; monotoon; saai; slaapverwekkend; suf; uniform; vervelend
einheitlich eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; identiek; net zo eenvormig; uniform
flach effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit doorwaadbaar; ondiep
gleich eender; eenvormig; effen; egaal; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; geslepen; glad; hetzelfde; identiek; net zo; plat; strak; vlak; vlakuit direct; gelijkvormig; hetzelfde; onveranderd; op elkaar lijkend; overeenkomend; zo; zo meteen
gleichartig eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; idem; identiek; net zo analoog; eender; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; gelijkvormig; hetzelfde; homogeen; idem dito; om het even; onveranderd; op elkaar lijkend; overeenkomend; precies hetzelfde; soortgelijk
gleichförmig eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; identiek; net zo analoog; conform; eendrachtig; eenparig; eensgezind; eenstemmig; eenvormig; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; gelijkvormig; harmonieus; hetzelfde; homogeen; op elkaar lijkend; overeenkomend; overeenstemmend; saamhorig; soortgelijk; unaniem; uniform
gleichwertig eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; idem; identiek; net zo analoog; eender; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; gelijkwaardig; hetzelfde; homogeen; idem dito; om het even; onveranderd; precies hetzelfde; soortgelijk
identisch eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; identiek; net zo analoog; desgelijks; dito; evenzo; gelijkaardig; gelijkslachtig; gelijksoortig; gelijkvormig; hetzelfde; onveranderd; ook; op dezelfde wijze; op elkaar lijkend; overeenkomend; precies zo; soortgelijk
platt effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit banaal; geëgaliseerd; grof; laag; laag-bij-de-grond; lomp; ordinair; plat; platvloers; ploertig; schunnig; triviaal; vlak; volks; vuig; vulgair; vunzig
sofort dadelijk; direct; gelijk; meteen; onmiddellijk; terstond aanstonds; acuut; direct; met onmiddellijk effect; met onmiddellijke ingang; per direct; subiet; terstond; zo; zo meteen
unverändert eender; eenvormig; exact hetzelfde; geheel gelijk; gelijk; hetzelfde; identiek; net zo onveranderd
ähnlich gelijk; soortgelijk in overeenkomst met; overeenkomstig; volgens

Verwandte Wörter für "gelijk":


Synonyms for "gelijk":


Antonyme für "gelijk":


Verwandte Definitionen für "gelijk":

  1. zonder te wachten1
    • ik kom gelijk!1
  2. precies zoals iets of iemand anders1
    • die twee getallen zijn gelijk1
  3. wat waar is of klopt1
    • meestal heeft hij gelijk1

Wiktionary Übersetzungen für gelijk:

gelijk
noun
  1. juistheid, recht
gelijk
adjective
  1. Ähnlichkeit mehrerer Dinge; Die Eigenschaften zweier Dinge unterscheiden sich wenig, bzw. gar nicht.

Cross Translation:
FromToVia
gelijk gleich alike — having resemblance; similar
gelijk gleich equal — mathematics: exactly identical
gelijk gleich equal — the same in all respects
gelijk eben even — flat and level
gelijk gleich like — similar
gelijk nach; wie like — somewhat similar to
gelijk gleichförmig uniform — unvarying
gelijk glatt; geläufig lisse — Sans aspérité ni rayure.
gelijk flach; platt; eben; glatt; Flach- platsans relief.

Verwandte Übersetzungen für gelijkheid