Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- geëxploiteerd:
- exploiteren:
-
Wiktionary:
- exploiteren → ausbeuten, ausnutzen, exploitieren, nutzen, nutzbar machen, abbauen
Niederländisch
Detailübersetzungen für geëxploiteerd (Niederländisch) ins Deutsch
geëxploiteerd:
-
geëxploiteerd (ontgind)
ausgenutzt; ausgebeutet; aufgebraucht-
ausgenutzt Adjektiv
-
ausgebeutet Adjektiv
-
aufgebraucht Adjektiv
-
-
geëxploiteerd (uitgebuit)
Übersetzung Matrix für geëxploiteerd:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
aufgebraucht | geëxploiteerd; ontgind; uitgebuit | |
ausgebeutet | geëxploiteerd; ontgind | |
ausgenutzt | geëxploiteerd; ontgind; uitgebuit | verbruikt; verteerd |
ausgenützt | geëxploiteerd; uitgebuit |
Verwandte Wörter für "geëxploiteerd":
geëxploiteerd form of exploiteren:
-
exploiteren (uitbuiten)
inBetriebsetzen; ausbeuten; ausnutzen; benutzen; schaffen; abbauen-
inBetriebsetzen Verb
-
abbauen Verb
-
Konjugationen für exploiteren:
o.t.t.
- exploiteer
- exploiteert
- exploiteert
- exploiteren
- exploiteren
- exploiteren
o.v.t.
- exploiteerde
- exploiteerde
- exploiteerde
- exploiteerden
- exploiteerden
- exploiteerden
v.t.t.
- heb geëxploiteerd
- hebt geëxploiteerd
- heeft geëxploiteerd
- hebben geëxploiteerd
- hebben geëxploiteerd
- hebben geëxploiteerd
v.v.t.
- had geëxploiteerd
- had geëxploiteerd
- had geëxploiteerd
- hadden geëxploiteerd
- hadden geëxploiteerd
- hadden geëxploiteerd
o.t.t.t.
- zal exploiteren
- zult exploiteren
- zal exploiteren
- zullen exploiteren
- zullen exploiteren
- zullen exploiteren
o.v.t.t.
- zou exploiteren
- zou exploiteren
- zou exploiteren
- zouden exploiteren
- zouden exploiteren
- zouden exploiteren
diversen
- exploiteer!
- exploiteert!
- geëxploiteerd
- exploiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
exploiteren (exploitatie)
Übersetzung Matrix für exploiteren:
Verwandte Definitionen für "exploiteren":
Wiktionary Übersetzungen für exploiteren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• exploiteren | → ausbeuten; ausnutzen | ↔ exploit — use for one’s advantage |
• exploiteren | → ausbeuten; ausnutzen; exploitieren; nutzen; nutzbar machen; abbauen | ↔ exploiter — faire valoir une chose, en tirer le profit du produit. |
Computerübersetzung von Drittern: