Niederländisch
Detailübersetzungen für erin leggen (Niederländisch) ins Deutsch
erin leggen:
-
erin leggen (erin doen)
hineinlegen; hineinsetzen-
hineinlegen Verb (lege hinein, legst hinein, legt hinein, legte hinein, legtet hinein, hineingelegt)
-
hineinsetzen Verb
-
Konjugationen für erin leggen:
o.t.t.
- leg erin
- legt erin
- legt erin
- leggen erin
- leggen erin
- leggen erin
o.v.t.
- legde erin
- legde erin
- legde erin
- legden erin
- legden erin
- legden erin
v.t.t.
- heb erin gelegd
- hebt erin gelegd
- heeft erin gelegd
- hebben erin gelegd
- hebben erin gelegd
- hebben erin gelegd
v.v.t.
- had erin gelegd
- had erin gelegd
- had erin gelegd
- hadden erin gelegd
- hadden erin gelegd
- hadden erin gelegd
o.t.t.t.
- zal erin leggen
- zult erin leggen
- zal erin leggen
- zullen erin leggen
- zullen erin leggen
- zullen erin leggen
o.v.t.t.
- zou erin leggen
- zou erin leggen
- zou erin leggen
- zouden erin leggen
- zouden erin leggen
- zouden erin leggen
en verder
- is erin gelegd
- zijn erin gelegd
diversen
- leg erin!
- legt erin!
- erin gelegd
- erin leggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für erin leggen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
hineinlegen | erin doen; erin leggen | |
hineinsetzen | erin doen; erin leggen |
Computerübersetzung von Drittern: