Niederländisch
Detailübersetzungen für een toost uitbrengen (Niederländisch) ins Deutsch
een toost uitbrengen:
een toost uitbrengen Verb (breng een toost uit, brengt een toost uit, bracht een toost uit, brachten een toost uit, een toost uitgebracht)
-
een toost uitbrengen (toosten)
Konjugationen für een toost uitbrengen:
o.t.t.
- breng een toost uit
- brengt een toost uit
- brengt een toost uit
- brengen een toost uit
- brengen een toost uit
- brengen een toost uit
o.v.t.
- bracht een toost uit
- bracht een toost uit
- bracht een toost uit
- brachten een toost uit
- brachten een toost uit
- brachten een toost uit
v.t.t.
- heb een toost uitgebracht
- hebt een toost uitgebracht
- heeft een toost uitgebracht
- hebben een toost uitgebracht
- hebben een toost uitgebracht
- hebben een toost uitgebracht
v.v.t.
- had een toost uitgebracht
- had een toost uitgebracht
- had een toost uitgebracht
- hadden een toost uitgebracht
- hadden een toost uitgebracht
- hadden een toost uitgebracht
o.t.t.t.
- zal een toost uitbrengen
- zult een toost uitbrengen
- zal een toost uitbrengen
- zullen een toost uitbrengen
- zullen een toost uitbrengen
- zullen een toost uitbrengen
o.v.t.t.
- zou een toost uitbrengen
- zou een toost uitbrengen
- zou een toost uitbrengen
- zouden een toost uitbrengen
- zouden een toost uitbrengen
- zouden een toost uitbrengen
diversen
- breng een toost uit!
- brengt een toost uit!
- een toost uitgebracht
- een toost uitbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für een toost uitbrengen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
zuprosten | een toost uitbrengen; toosten |
Computerübersetzung von Drittern: