Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. een toost uitbrengen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für een toost uitbrengen (Niederländisch) ins Deutsch

een toost uitbrengen:

een toost uitbrengen Verb (breng een toost uit, brengt een toost uit, bracht een toost uit, brachten een toost uit, een toost uitgebracht)

  1. een toost uitbrengen (toosten)

Konjugationen für een toost uitbrengen:

o.t.t.
  1. breng een toost uit
  2. brengt een toost uit
  3. brengt een toost uit
  4. brengen een toost uit
  5. brengen een toost uit
  6. brengen een toost uit
o.v.t.
  1. bracht een toost uit
  2. bracht een toost uit
  3. bracht een toost uit
  4. brachten een toost uit
  5. brachten een toost uit
  6. brachten een toost uit
v.t.t.
  1. heb een toost uitgebracht
  2. hebt een toost uitgebracht
  3. heeft een toost uitgebracht
  4. hebben een toost uitgebracht
  5. hebben een toost uitgebracht
  6. hebben een toost uitgebracht
v.v.t.
  1. had een toost uitgebracht
  2. had een toost uitgebracht
  3. had een toost uitgebracht
  4. hadden een toost uitgebracht
  5. hadden een toost uitgebracht
  6. hadden een toost uitgebracht
o.t.t.t.
  1. zal een toost uitbrengen
  2. zult een toost uitbrengen
  3. zal een toost uitbrengen
  4. zullen een toost uitbrengen
  5. zullen een toost uitbrengen
  6. zullen een toost uitbrengen
o.v.t.t.
  1. zou een toost uitbrengen
  2. zou een toost uitbrengen
  3. zou een toost uitbrengen
  4. zouden een toost uitbrengen
  5. zouden een toost uitbrengen
  6. zouden een toost uitbrengen
diversen
  1. breng een toost uit!
  2. brengt een toost uit!
  3. een toost uitgebracht
  4. een toost uitbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für een toost uitbrengen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
zuprosten een toost uitbrengen; toosten

Verwandte Übersetzungen für een toost uitbrengen