Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. dorpsbewoners:
  2. dorpsbewoner:


Niederländisch

Detailübersetzungen für dorpsbewoners (Niederländisch) ins Deutsch

dorpsbewoners:

dorpsbewoners [de ~] Nomen, Plural

  1. de dorpsbewoners (dorpelingen; dorpslui)
    die Dorfeinwohner; die Dörfler; die Landmänner
  2. de dorpsbewoners
    der Dorfbewohner

Übersetzung Matrix für dorpsbewoners:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Dorfbewohner dorpsbewoners dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner
Dorfeinwohner dorpelingen; dorpsbewoners; dorpslui
Dörfler dorpelingen; dorpsbewoners; dorpslui dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner
Landmänner dorpelingen; dorpsbewoners; dorpslui

Verwandte Wörter für "dorpsbewoners":


dorpsbewoners form of dorpsbewoner:

dorpsbewoner [de ~ (m)] Nomen

  1. de dorpsbewoner (dorpeling; dorpelinge)
    der Dorfbewohner; der Dörfler; der Landmann; die Dörflerin

Übersetzung Matrix für dorpsbewoner:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Dorfbewohner dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner dorpsbewoners
Dörfler dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner dorpelingen; dorpsbewoners; dorpslui
Dörflerin dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner
Landmann dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner

Verwandte Wörter für "dorpsbewoner":