Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. doorwaden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorwaden (Niederländisch) ins Deutsch

doorwaden:

doorwaden Verb (doorwaad, doorwaadt, doorwaadde, doorwaadden, doorwaad)

  1. doorwaden
    durchwaten
    • durchwaten Verb (durchwate, durchwatest, durchwatet, durchwatete, durchwatetet, durchwatet)

Konjugationen für doorwaden:

o.t.t.
  1. doorwaad
  2. doorwaadt
  3. doorwaadt
  4. doorwaden
  5. doorwaden
  6. doorwaden
o.v.t.
  1. doorwaadde
  2. doorwaadde
  3. doorwaadde
  4. doorwaadden
  5. doorwaadden
  6. doorwaadden
v.t.t.
  1. heb doorwaad
  2. hebt doorwaad
  3. heeft doorwaad
  4. hebben doorwaad
  5. hebben doorwaad
  6. hebben doorwaad
v.v.t.
  1. had doorwaad
  2. had doorwaad
  3. had doorwaad
  4. hadden doorwaad
  5. hadden doorwaad
  6. hadden doorwaad
o.t.t.t.
  1. zal doorwaden
  2. zult doorwaden
  3. zal doorwaden
  4. zullen doorwaden
  5. zullen doorwaden
  6. zullen doorwaden
o.v.t.t.
  1. zou doorwaden
  2. zou doorwaden
  3. zou doorwaden
  4. zouden doorwaden
  5. zouden doorwaden
  6. zouden doorwaden
diversen
  1. doorwaad!
  2. doorwaadt!
  3. doorwaad
  4. doorwadend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorwaden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
durchwaten doorwaden