Niederländisch
Detailübersetzungen für doorschemeren (Niederländisch) ins Deutsch
doorschemeren:
-
doorschemeren
durchschimmern-
durchschimmern Verb (durchschimmere, durchschimmerst, durchschimmert, durchschimmerte, durchschimmertet, durchschimmert)
-
Konjugationen für doorschemeren:
o.t.t.
- schemer door
- schemert door
- schemert door
- schemeren door
- schemeren door
- schemeren door
o.v.t.
- schemerde door
- schemerde door
- schemerde door
- schemerden door
- schemerden door
- schemerden door
v.t.t.
- ben doorgeschemerd
- bent doorgeschemerd
- is doorgeschemerd
- zijn doorgeschemerd
- zijn doorgeschemerd
- zijn doorgeschemerd
v.v.t.
- was doorgeschemerd
- was doorgeschemerd
- was doorgeschemerd
- waren doorgeschemerd
- waren doorgeschemerd
- waren doorgeschemerd
o.t.t.t.
- zal doorschemeren
- zult doorschemeren
- zal doorschemeren
- zullen doorschemeren
- zullen doorschemeren
- zullen doorschemeren
o.v.t.t.
- zou doorschemeren
- zou doorschemeren
- zou doorschemeren
- zouden doorschemeren
- zouden doorschemeren
- zouden doorschemeren
diversen
- schemer door!
- schemert door!
- doorgeschemerd
- doorschemerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für doorschemeren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
durchschimmern | doorschemeren | doorschijnen |
Computerübersetzung von Drittern: