Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- documenteren:
-
Wiktionary:
- documenteren → documentieren
- documenteren → dokumentieren
Niederländisch
Detailübersetzungen für documenteer (Niederländisch) ins Deutsch
documenteren:
-
documenteren
dokumentieren-
dokumentieren Verb (dokumentiere, dokumentierst, dokumentiert, dokumentierte, dokumentiertet, dokumentiert)
-
Konjugationen für documenteren:
o.t.t.
- documenteer
- documenteert
- documenteert
- documenteren
- documenteren
- documenteren
o.v.t.
- documenteerde
- documenteerde
- documenteerde
- documenteerden
- documenteerden
- documenteerden
v.t.t.
- heb gedocumeteerd
- hebt gedocumeteerd
- heeft gedocumeteerd
- hebben gedocumeteerd
- hebben gedocumeteerd
- hebben gedocumeteerd
v.v.t.
- had gedocumeteerd
- had gedocumeteerd
- had gedocumeteerd
- hadden gedocumeteerd
- hadden gedocumeteerd
- hadden gedocumeteerd
o.t.t.t.
- zal documenteren
- zult documenteren
- zal documenteren
- zullen documenteren
- zullen documenteren
- zullen documenteren
o.v.t.t.
- zou documenteren
- zou documenteren
- zou documenteren
- zouden documenteren
- zouden documenteren
- zouden documenteren
en verder
- is gedocumeteerd
- zijn gedocumeteerd
diversen
- documenteer!
- documenteert!
- gedocumeteerd
- documeterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für documenteren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dokumentieren | documenteren | bevestigen; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vastzetten; verbinden; verzekeren |
Wiktionary Übersetzungen für documenteren:
documenteren
Cross Translation:
verb
-
onderbouwen, staven
- documenteren → documentieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• documenteren | → dokumentieren | ↔ document — to record in documents |