Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. diffuus:


Niederländisch

Detailübersetzungen für diffuus (Niederländisch) ins Deutsch

diffuus:

diffuus Adjektiv

  1. diffuus (vaag waarneembaar)

Übersetzung Matrix für diffuus:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
durcheinander diffuus; vaag waarneembaar asociaal; chaotisch; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; doorelkaar; geestelijk verward; in de war; ondersteboven; ongeregeld; onmaatschappelijk; onordelijk; ordeloos; overhoop; rommelig; slordig; verward; wanordelijk; warrig
konfus diffuus; vaag waarneembaar beduusd; beteuterd; doorelkaar; geestelijk verward; in de penarie; in de problemen; in de war; ondersteboven; verward
verschwommen wahrnehmbar diffuus; vaag waarneembaar
verstört diffuus; vaag waarneembaar achterlijk; doorelkaar; dwaas; eigenaardig; geestelijk verward; gek; geschift; gestoord; getikt; hoorndol; idioot; idioterig; in de war; kierewiet; knots; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; ondersteboven; stupide; typisch; verward; vreemd; zot
verwirrt diffuus; vaag waarneembaar beduusd; beteuterd; doorelkaar; geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward; warrig
wirr diffuus; vaag waarneembaar achterlijk; doorelkaar; dwaas; eigenaardig; geestelijk verward; gek; geschift; gestoord; idioot; idioterig; in de war; krankjorum; krankzinnig; maf; mal; mesjogge; niet goed snik; ondersteboven; stupide; typisch; verward; vreemd; zot

Verwandte Wörter für "diffuus":

  • diffuse