Niederländisch
Detailübersetzungen für dichtslaan (Niederländisch) ins Deutsch
dichtslaan:
-
dichtslaan (dichtwerpen)
-
dichtslaan
Konjugationen für dichtslaan:
o.t.t.
- sla dicht
- slaat dicht
- slaat dicht
- slaan dicht
- slaan dicht
- slaan dicht
o.v.t.
- sloeg dicht
- sloeg dicht
- sloeg dicht
- sloegen dicht
- sloegen dicht
- sloegen dicht
v.t.t.
- heb dichtgeslagen
- hebt dichtgeslagen
- heeft dichtgeslagen
- hebben dichtgeslagen
- hebben dichtgeslagen
- hebben dichtgeslagen
v.v.t.
- had dichtgeslagen
- had dichtgeslagen
- had dichtgeslagen
- hadden dichtgeslagen
- hadden dichtgeslagen
- hadden dichtgeslagen
o.t.t.t.
- zal dichtslaan
- zult dichtslaan
- zal dichtslaan
- zullen dichtslaan
- zullen dichtslaan
- zullen dichtslaan
o.v.t.t.
- zou dichtslaan
- zou dichtslaan
- zou dichtslaan
- zouden dichtslaan
- zouden dichtslaan
- zouden dichtslaan
en verder
- is dichtgeslagen
- zijn dichtgeslagen
diversen
- sla dicht!
- slaat dicht!
- dichtgeslagen
- dichtslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für dichtslaan:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
zuschlagen | dichtslaan; dichtwerpen | |
zuwerfen | dichtslaan; dichtwerpen | dichtgooien; toewerpen |