Niederländisch
Detailübersetzungen für dichthouden (Niederländisch) ins Deutsch
dichthouden:
-
dichthouden (toehouden)
Konjugationen für dichthouden:
o.t.t.
- houd dicht
- houdt dicht
- houdt dicht
- houden dicht
- houden dicht
- houden dicht
o.v.t.
- hield dicht
- hield dicht
- hield dicht
- hielden dicht
- hielden dicht
- hielden dicht
v.t.t.
- heb dichtgehouden
- hebt dichtgehouden
- heeft dichtgehouden
- hebben dichtgehouden
- hebben dichtgehouden
- hebben dichtgehouden
v.v.t.
- had dichtgehouden
- had dichtgehouden
- had dichtgehouden
- hadden dichtgehouden
- hadden dichtgehouden
- hadden dichtgehouden
o.t.t.t.
- zal dichthouden
- zult dichthouden
- zal dichthouden
- zullen dichthouden
- zullen dichthouden
- zullen dichthouden
o.v.t.t.
- zou dichthouden
- zou dichthouden
- zou dichthouden
- zouden dichthouden
- zouden dichthouden
- zouden dichthouden
en verder
- is dichtgehouden
- zijn dichtgehouden
diversen
- houd dicht!
- houdt dicht!
- dichtgehouden
- dichthoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für dichthouden:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
zuhalten | dichthouden; toehouden |
Computerübersetzung von Drittern: