Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze date

übersetze date von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

dat:
- das; diese; dieser; dieses
Wiktionary:
- dat → dass
- dat → das
- dat → das., obwohl, dass, jener, jene, jenes, der, die, das, welcher, daß

Niederländisch

Detailübersetzungen für date (Niederländisch) ins Deutsch

dat:

dat Adjektiv

dat
das
- das Adjektiv
dat (dit; die; deze)
diese; dieser; dieses
- diese Adjektiv
- dieser Adjektiv
- dieses Adjektiv

Übersetzung Matrix für dat:

Other	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
das		de; het; zulks
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
das	dat
diese	dat; deze; die; dit	deze; die; dit
dieser	dat; deze; die; dit	deze; die; dit
dieses	dat; deze; die; dit	deze; die; dit

Verwandte Wörter für "dat":

date

Antonyme für "dat":

dit

Verwandte Definitionen für "dat":

geeft aan dat het wat verder bij de spreker vandaan is¹
- dit boek vind ik mooi, maar dat niet¹
waarmee je twee zinnen verbindt¹
- ik ben blij dat je morgen weer komt¹
waarmee je verwijst¹
- het hondje dat aan kwam lopen, moet hier weg¹

Wiktionary Übersetzungen für dat:

dat

conjunction

een voegwoord dat een lijdend-voorwerpszin inluidt
- dat → dass

pronoun

wijst iets aan dat zich in een afstand van de spreker bevindt
- dat → das

dat

daselbst
- das. → dat

Cross Translation:

From	To	Via
• dat	→ obwohl	↔ even though — although
• dat	→ dass	↔ that — connecting noun clause
• dat	→ jener; jene; jenes	↔ that — what is being indicated
• dat	→ der; die; das	↔ that — which
• dat	→ der; die; das	↔ what — nonstandard relative pronoun
• dat	→ der; welcher	↔ which — (relative) who, whom, what
• dat	→ dass; daß	↔ que — Complémenteur

¹Muiswerk Woordenboek