Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. contracten:
  2. contract:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für contracten (Niederländisch) ins Deutsch

contracten:

contracten [de ~] Nomen, Plural

  1. de contracten
    die Verträge

Übersetzung Matrix für contracten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Verträge contracten akkoorden; contexten; overeenstemmingen; tekstverbanden; traktaten

Verwandte Wörter für "contracten":


contracten form of contract:

contract [het ~] Nomen

  1. het contract (overeenkomst)
    der Vertrag; die Übereinstimmung; die Vereinbarung
  2. het contract
  3. het contract
    der Vertrag
  4. het contract (aanvraag; taak)
    der Vertrag; die Anfrage

Übersetzung Matrix für contract:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Anfrage aanvraag; contract; taak eis; interpellatie; vordering; vraag
Vereinbarung contract; overeenkomst accoord; afspraak; akkoord; compromis; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; overeenkomst; regeling; schikking; toestemming; vergelijk
Vertrag aanvraag; contract; overeenkomst; taak acte; akkoord; akte; band; bewijsstuk; binding; bond; bondgenootschap; connectie; federatie; liga; link; onderling verband; pact; relatie; samenhang; schakel; traktaat; unie; verband; verbond; verdrag
Übereinstimmung contract; overeenkomst akkoorden; gelijkenis; gemeenschappelijkheid; overeenkomst; overeenstemmingen
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Vertrag des bürgerlichen Rechts contract

Verwandte Wörter für "contract":


Wiktionary Übersetzungen für contract:

contract
noun
  1. een schriftelijk vastgelegde overeenkomst
contract
noun
  1. rechtliche Vereinbarung zwischen mindestens zwei verschiedenen Partnern

Cross Translation:
FromToVia
contract Vertrag agreement — legally binding contract enforceable in a court of law
contract Vertrag contract — agreement that is legally binding
contract Vertrag contratconvention (même non écrite) entre deux ou plusieurs personnes, plus précisément entre un ou plusieurs créancier et un ou plusieurs débiteur, ayant pour effet de créer entre elles une obligation (obligation conventionnelle).