Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. buitenspeler:


Niederländisch

Detailübersetzungen für buitenspeler (Niederländisch) ins Deutsch

buitenspeler:

buitenspeler [de ~ (m)] Nomen

  1. de buitenspeler (speler buitenshuis)
  2. de buitenspeler (vleugelspeler; spits; rechtsbuiten; linksbuiten; flankspeler)
    der Flügelstürmer; der Außenstürmer

Übersetzung Matrix für buitenspeler:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Außenstürmer buitenspeler; flankspeler; linksbuiten; rechtsbuiten; spits; vleugelspeler buitenspelers; linksbuitens; rechtsbuitens
Außerhäusliche Spieler buitenspeler; speler buitenshuis
Flügelstürmer buitenspeler; flankspeler; linksbuiten; rechtsbuiten; spits; vleugelspeler

Verwandte Wörter für "buitenspeler":