Niederländisch
Detailübersetzungen für buiten zetten (Niederländisch) ins Deutsch
buiten zetten:
-
buiten zetten
Konjugationen für buiten zetten:
o.t.t.
- zet buiten
- zet buiten
- zet buiten
- zetten buiten
- zetten buiten
- zetten buiten
o.v.t.
- zette buiten
- zette buiten
- zette buiten
- zetten buiten
- zetten buiten
- zetten buiten
v.t.t.
- heb buiten gezet
- hebt buiten gezet
- heeft buiten gezet
- hebben buiten gezet
- hebben buiten gezet
- hebben buiten gezet
v.v.t.
- had buiten gezet
- had buiten gezet
- had buiten gezet
- hadden buiten gezet
- hadden buiten gezet
- hadden buiten gezet
o.t.t.t.
- zal buiten zetten
- zult buiten zetten
- zal buiten zetten
- zullen buiten zetten
- zullen buiten zetten
- zullen buiten zetten
o.v.t.t.
- zou buiten zetten
- zou buiten zetten
- zou buiten zetten
- zouden buiten zetten
- zouden buiten zetten
- zouden buiten zetten
en verder
- ben buiten gezet
- bent buiten gezet
- is buiten gezet
- zijn buiten gezet
- zijn buiten gezet
- zijn buiten gezet
diversen
- zet buiten!
- zet buiten!
- buiten gezet
- buiten zettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für buiten zetten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
aussetzen | buiten zetten | aanmerken; afwegen; beschouwen; blijven steken; haperen; laten uitvallen; overdenken; overslaan; overwegen; stokken; vastlopen |
Computerübersetzung von Drittern: