Niederländisch
Detailübersetzungen für boogden (Niederländisch) ins Deutsch
bogen:
Konjugationen für bogen:
o.t.t.
- boog
- boogt
- boogt
- bogen
- bogen
- bogen
o.v.t.
- boogde
- boogde
- boogde
- boogden
- boogden
- boogden
v.t.t.
- ben gebogen
- bent gebogen
- is gebogen
- zijn gebogen
- zijn gebogen
- zijn gebogen
v.v.t.
- was gebogen
- was gebogen
- was gebogen
- waren gebogen
- waren gebogen
- waren gebogen
o.t.t.t.
- zal bogen
- zult bogen
- zal bogen
- zullen bogen
- zullen bogen
- zullen bogen
o.v.t.t.
- zou bogen
- zou bogen
- zou bogen
- zouden bogen
- zouden bogen
- zouden bogen
diversen
- boog!
- boogt!
- gebogen
- bogend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für bogen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
Bögen | bogen | handbogen; strijkbogen; strijkstokken |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
rühmen | bogen; zich kunnen beroemen op | de hemel in prijzen; eerbied bewijzen; eren; hemelhoog prijzen; lofprijzen; ophemelen; prijzen; van een prijs voorzien |
sich mit etwas brüsten | bogen; zich kunnen beroemen op |