Niederländisch

Detailübersetzungen für bonnen (Niederländisch) ins Deutsch

bonnen:

bonnen [de ~] Nomen, Plural

  1. de bonnen (bekeuringen)
    Bußgeld; Knöllchen
  2. de bonnen (kassabonnen)
    der Scheine; die Kassenbons

Übersetzung Matrix für bonnen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Bußgeld bekeuringen; bonnen
Kassenbons bonnen; kassabonnen
Knöllchen bekeuringen; bonnen
Scheine bonnen; kassabonnen bankbiljetten; bescheiden; bewijsstukken; briefjes; documenten; flappen

Verwandte Wörter für "bonnen":


bonnen form of bon:

bon [de ~ (m)] Nomen

  1. de bon (coupon)
    der Schein; der Kassenschein; der Coupon; der Zettel; der Kupon; der kleineSchwanz; Stück; der Abschnitt; die Marke; der Fetzen; der Flicklappen; der Stofflappen; der Überrest; die Flicken; der kleineSchwänze; die Schlacke; der Restbestand; Tuch; der Rest; der Fleck; die Differenz; der Lappen; der Lumpen; der Restposten; der Riester; der Restant; Überbleibsel; der Stoffetzen; Surplus; der Reklamezettel
  2. de bon (bekeuring; boete)
    der Strafzettel; die Strafe
  3. de bon (stortingsbewijs; reçu)
    der Überweisungsschein; der Empfangsschein

Übersetzung Matrix für bon:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Abschnitt bon; coupon aandeel; afdeling; afmeting; alinea; coupure; deel; divisie; lap; lid; maat; ontvangstbewijs; paragraaf; part; periode; presentatiesectie; reçu; sectie; segment; stuk stof; termijn; tijdsbestek; tijdsbestek van een uur; tijdsduur; tijdsruimte; trap; trapje; uur
Coupon bon; coupon lap; stuk stof
Differenz bon; coupon dispuut; geschil; kwestie; meningsverschil; onderscheid; onenigheid; onmin; onvrede; ruzie; twist; verenigingsdispuut; verschil; verschillendheid; woordenwisseling
Empfangsschein bon; reçu; stortingsbewijs bewijs van ontvangst; kwijting; kwitantie; ontvangstbewijs; reçu
Fetzen bon; coupon dweil; flard; flarden; homp; lap; lapje; lompen; lor; lorren; prul; stuk stof; vod; vodden; vodje; vodjes
Fleck bon; coupon moesje; nop; smet; spat; spatje; stip; stipje; stippel; uitstrijkje; vlek; vlekje; vuile plek; zwabber
Flicken bon; coupon flard; homp; lap; lapje; lor; maaslap; prul; stoplap; stuk stof; vod; vodje
Flicklappen bon; coupon flard; homp; lap; lor; prul; stuk stof; vod; vodje
Kassenschein bon; coupon kassabon; kwijting; kwitantie; ontvangstbewijs; reçu
Kupon bon; coupon
Lappen bon; coupon doek; flard; homp; lap; lapje; lappen; lor; poetslap; prul; stuk stof; vod; vodje
Lumpen bon; coupon flard; flarden; homp; lap; lapje; lompen; lor; lorren; poetslap; prul; stuk stof; vod; vodden; vodje; vodjes
Marke bon; coupon beeldmerk; inktstempel; keur; kwaliteitsmerk; logo; munt; muntstuk; penning; plaatje als herkenningsteken; spaarzegel; stempel; waarborg; waarmerk; zegel
Reklamezettel bon; coupon
Rest bon; coupon afzetsel; agio; bezinksel; depot; droesem; exces; grondsop; hachee; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; prak; residu; rest; restant; sediment; staartje; stuk stof; surplus; teveel; zetsel
Restant bon; coupon het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; rest; restant; staartje; stuk stof
Restbestand bon; coupon afzetsel; agio; bezinksel; depot; droesem; exces; grondsop; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; residu; rest; restant; sediment; stuk stof; surplus; teveel; zetsel
Restposten bon; coupon het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; rest; restant; stuk stof
Riester bon; coupon
Schein bon; coupon acte; akte; bewijsstuk; façade; glans; glimp; gloed; ontvangstbewijs; reçu; schijn; schijnsel; schijnvertoning; straling; vleug; vleugje
Schlacke bon; coupon bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
Stoffetzen bon; coupon flard; homp; lap; lor; prul; stuk stof; vod; vodje
Stofflappen bon; coupon flard; homp; lap; lappen; lor; prul; stuk stof; vod; vodje
Strafe bekeuring; boete; bon bestraffing; boete; kastijding; penalty; straf; tuchtiging
Strafzettel bekeuring; boete; bon
Stück bon; coupon aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; bijdrage; brok; brokje; component; deel; deeltje; drama; element; fractie; gedeelte; inbreng; ingrediënt; kleine brok; klont; lap; moot; onderdeel; onderdeeltje; part; plak; schouwspel; segment; stuk; stuk stof; suikerklontje; toneelstuk; tranche
Surplus bon; coupon agio; exces; overschot; rest; surplus; teveel
Tuch bon; coupon doek; laken; lap; poetslap; wollen weefsel
Zettel bon; coupon blaadje; brochure; fiche; gekreukt papiertje; kladje; ontvangstbewijs; pamflet; papiertje; reçu; vlugschrift
kleineSchwanz bon; coupon
kleineSchwänze bon; coupon
Überbleibsel bon; coupon afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; residu; rest; restant; sediment; staartje; zetsel
Überrest bon; coupon agio; exces; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant; surplus; teveel
Überweisungsschein bon; reçu; stortingsbewijs ontvangstbewijs; reçu

Verwandte Wörter für "bon":


Wiktionary Übersetzungen für bon:


Cross Translation:
FromToVia
bon Schuldentafel slate — record of money owed
bon Coupon; Zinsabschnitt; Billett; Fahrkarte; Karte; Ticket; Schein; Briefchen ticket — billet donnant droit à un accès