Niederländisch
Detailübersetzungen für binnendruppelen (Niederländisch) ins Deutsch
binnendruppelen:
binnendruppelen Verb (druppel binnen, druppelt binnen, druppelde binnen, druppelden binnen, binnengedruppeld)
-
binnendruppelen
vereinzelt hereinkommen-
vereinzelt hereinkommen Verb (komme vereinzelt herein, kommst vereinzelt herein, kommt vereinzelt herein, kam vereinzelt herein, kamet vereinzelt herein, vereinzelt hereingekommen)
-
Konjugationen für binnendruppelen:
o.t.t.
- druppel binnen
- druppelt binnen
- druppelt binnen
- druppelen binnen
- druppelen binnen
- druppelen binnen
o.v.t.
- druppelde binnen
- druppelde binnen
- druppelde binnen
- druppelden binnen
- druppelden binnen
- druppelden binnen
v.t.t.
- ben binnengedruppeld
- bent binnengedruppeld
- is binnengedruppeld
- zijn binnengedruppeld
- zijn binnengedruppeld
- zijn binnengedruppeld
v.v.t.
- was binnengedruppeld
- was binnengedruppeld
- was binnengedruppeld
- waren binnengedruppeld
- waren binnengedruppeld
- waren binnengedruppeld
o.t.t.t.
- zal binnendruppelen
- zult binnendruppelen
- zal binnendruppelen
- zullen binnendruppelen
- zullen binnendruppelen
- zullen binnendruppelen
o.v.t.t.
- zou binnendruppelen
- zou binnendruppelen
- zou binnendruppelen
- zouden binnendruppelen
- zouden binnendruppelen
- zouden binnendruppelen
diversen
- druppel binnen!
- druppelt binnen!
- binnengedruppeld
- binnendruppelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für binnendruppelen:
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| vereinzelt hereinkommen | binnendruppelen |
Computerübersetzung von Drittern: