Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. bemoeien:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bemoeit (Niederländisch) ins Deutsch

bemoeien:

bemoeien Verb (bemoei, bemoeit, bemoeide, bemoeiden, bemoeid)

  1. bemoeien (mengen; inmengen)
    bemühen
    • bemühen Verb (bemühe, bemühst, bemüht, bemühte, bemühtet, bemüht)

Konjugationen für bemoeien:

o.t.t.
  1. bemoei
  2. bemoeit
  3. bemoeit
  4. bemoeien
  5. bemoeien
  6. bemoeien
o.v.t.
  1. bemoeide
  2. bemoeide
  3. bemoeide
  4. bemoeiden
  5. bemoeiden
  6. bemoeiden
v.t.t.
  1. heb bemoeid
  2. hebt bemoeid
  3. heeft bemoeid
  4. hebben bemoeid
  5. hebben bemoeid
  6. hebben bemoeid
v.v.t.
  1. had bemoeid
  2. had bemoeid
  3. had bemoeid
  4. hadden bemoeid
  5. hadden bemoeid
  6. hadden bemoeid
o.t.t.t.
  1. zal bemoeien
  2. zult bemoeien
  3. zal bemoeien
  4. zullen bemoeien
  5. zullen bemoeien
  6. zullen bemoeien
o.v.t.t.
  1. zou bemoeien
  2. zou bemoeien
  3. zou bemoeien
  4. zouden bemoeien
  5. zouden bemoeien
  6. zouden bemoeien
diversen
  1. bemoei!
  2. bemoeit!
  3. bemoeid
  4. bemoeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für bemoeien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bemühen bemoeien; inmengen; mengen

Wiktionary Übersetzungen für bemoeien:

bemoeien
verb
  1. zich inlaten met zaken waar men niets mee te maken heeft
  2. zich bekommeren om iemand

Cross Translation:
FromToVia
bemoeien einmischen meddle — to interfere in affairs