Niederländisch
Detailübersetzungen für beging (Niederländisch) ins Deutsch
begaan:
-
begaan (per ongeluk doen)
Konjugationen für begaan:
o.t.t.
- bega
- begaat
- begaat
- begaan
- begaan
- begaan
o.v.t.
- beging
- beging
- beging
- begingen
- negingen
- begingen
v.t.t.
- heb begaan
- hebt begaan
- heeft begaan
- hebben begaan
- hebben begaan
- hebben begaan
v.v.t.
- had begaan
- had begaan
- had begaan
- hadden begaan
- hadden begaan
- hadden begaan
o.t.t.t.
- zal begaan
- zult begaan
- zal begaan
- zullen begaan
- zullen begaan
- zullen begaan
o.v.t.t.
- zou begaan
- zou begaan
- zou begaan
- zouden begaan
- zouden begaan
- zouden begaan
diversen
- bega!
- begaat!
- begaan
- begaande
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für begaan:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
ausüben | begaan; per ongeluk doen | beoefenen; doen; handelen; plegen; uitoefenen; uitrichten; uitvoeren; verrichten |
betreiben | begaan; per ongeluk doen | beoefenen; de liefde bedrijven; doen; doordouwen; doorzetten; handelen; plegen; uitoefenen; uitrichten; uitvoeren; verrichten |
pflegen | begaan; per ongeluk doen | bekommeren; plegen; verplegen; verzorgen; zich zorgen maken; zorgen voor; zorgen voor iemand; zorgen voor iets |
treiben | begaan; per ongeluk doen | aankweken; aanplanten; beoefenen; de liefde bedrijven; doen; fokken; functioneren; gaan staan; genereren; handelen; kweken; lenen; loskrijgen; losmaken; lostornen; omhoogrijzen; ontlenen; opkweken; opstaan; planten; plegen; procreëren; rijzen; telen; tornen; uithalen; uitoefenen; uitrichten; uitspoken; uittrekken; uitvoeren; verbouwen; verrichten; voortbrengen |
ungewollt etwas tun | begaan; per ongeluk doen |