Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze balansen

übersetze balansen von Niederländische ins Deutsch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

balans:
- Balance; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Harmonie; Ausgeglichenheit; Zusammenklang; Jahresabschluß; Waage; Bilanz
Wiktionary:
- balans → Balance, Gleichgewicht, Waage, Bilanz, Saldo, Unruh
- balans → Balance, Gleichgewicht, Saldo, Bilanz, Waage

Niederländisch

Detailübersetzungen für balansen (Niederländisch) ins Deutsch

balans:

balans [de ~] Nomen

de balans (evenwicht; harmonie)
die Balance; Gleichgewicht; der Gleichgewichtzustand; die Harmonie; die Ausgeglichenheit; der Zusammenklang
- Balance [die ~] Nomen
- Gleichgewicht [das ~] Nomen
- Gleichgewichtzustand [der ~] Nomen
- Harmonie [die ~] Nomen
- Ausgeglichenheit [die ~] Nomen
- Zusammenklang [der ~] Nomen
de balans (jaarafsluiting; handelsbalans)
der Jahresabschluß
- Jahresabschluß [der ~] Nomen
de balans (weegschaal; bascule; waag)
die Waage
- Waage [die ~] Nomen
de balans
die Bilanz
- Bilanz [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für balans:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Ausgeglichenheit	balans; evenwicht; harmonie	evenwichtigheid
Balance	balans; evenwicht; harmonie
Bilanz	balans	saldo
Gleichgewicht	balans; evenwicht; harmonie
Gleichgewichtzustand	balans; evenwicht; harmonie
Harmonie	balans; evenwicht; harmonie	blaaskapel; fanfare; fanfarekorps; harmonie; kapel; muziekkorps; samenklank
Jahresabschluß	balans; handelsbalans; jaarafsluiting
Waage	balans; bascule; waag; weegschaal	waag; weegbrug; weeghuis
Zusammenklang	balans; evenwicht; harmonie	harmonie; samenklank
Not Specified	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Balance		Balans

Verwandte Wörter für "balans":

balansen

Wiktionary Übersetzungen für balans:

balans

noun

evenwicht
- balans → Balance; Gleichgewicht
een meetapparaat met twee armen (bedoeld om het verschil te kunnen meten)
- balans → Waage
(economie) een volledige opsomming van de waarde van alle bezit en alle tegoeden en schulden meestal aan het einde van een boekjaar
- balans → Bilanz; Saldo

balans

noun

Technik: meistens mit einer Spiralfeder verbundenes Schwungrad in mechanischen Uhren, das für einen gleichmäßigen Gang sorgt
- Unruh → balans
Gleichgewicht, innere Ruhe
- Balance → balans

Cross Translation:

From	To	Via
• balans	→ Balance; Gleichgewicht	↔ balance — equilibrium
• balans	→ Saldo; Bilanz	↔ balance — list of credits and debits
• balans	→ Waage	↔ balance — métrol\|fr instrument de mesure utilisé pour peser des éléments, pour déterminer leur masse.