Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. afgraven:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für afgraven (Niederländisch) ins Deutsch

afgraven:

afgraven Verb (graaf af, graaft af, groef af, groeven af, afgegraven)

  1. afgraven
    abgraben
    • abgraben Verb (grabe ab, gräbst ab, gräbt ab, grub ab, grubt ab, abgegraben)

Konjugationen für afgraven:

o.t.t.
  1. graaf af
  2. graaft af
  3. graaft af
  4. graven af
  5. graven af
  6. graven af
o.v.t.
  1. groef af
  2. groef af
  3. groef af
  4. groeven af
  5. groeven af
  6. groeven af
v.t.t.
  1. heb afgegraven
  2. hebt afgegraven
  3. heeft afgegraven
  4. hebben afgegraven
  5. hebben afgegraven
  6. hebben afgegraven
v.v.t.
  1. had afgegraven
  2. had afgegraven
  3. had afgegraven
  4. hadden afgegraven
  5. hadden afgegraven
  6. hadden afgegraven
o.t.t.t.
  1. zal afgraven
  2. zult afgraven
  3. zal afgraven
  4. zullen afgraven
  5. zullen afgraven
  6. zullen afgraven
o.v.t.t.
  1. zou afgraven
  2. zou afgraven
  3. zou afgraven
  4. zouden afgraven
  5. zouden afgraven
  6. zouden afgraven
diversen
  1. graaf af!
  2. graaft af!
  3. afgegraven
  4. afgravende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afgraven [znw.] Nomen

  1. afgraven (afgraving)
    Abgraben; der Unterstand

Übersetzung Matrix für afgraven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Abgraben afgraven; afgraving vlak maken
Unterstand afgraven; afgraving huisvesting; onderdak; onderkomen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
abgraben afgraven

Wiktionary Übersetzungen für afgraven:

afgraven
verb
  1. door graven een aardlaag geheel verwijderen